is een vorstendom in de provincie Centraal-Indië van het dominion India. Het strekt zich uit van 22°32' tot 23°46' N.Br. en van 76°25' tot 78°50' O.L.v.Gr., beslaat een oppervlakte van 17.926 km2 en telt 785.322 inw., meest Hindoes.
Het land wordt doorsneden door het Vindhya-gebergte en vormt overigens een hoogvlakte van 800 m; de zuidelijke grens wordt gevormd door het dal der Narbada. Twee spoorwegen verbinden Bhopal met de hoofdlijn Bombay-Allahabad en met de Ganges-spoorweg. De Mohammedaanse vorst woont in de hoofdstad Bhopal (ca 50.000 inw.; voor ⅔ Moh.), aan de Betwa of Betowa.Dost Mohammed Khan, een Afghaans stadhouder van de groot-mogol maakte zich in 1723, als naib van Bhopal, onafhankelijk en in 1755 maakte een neef van de toenmalige naib zich van de heerschappij meester. Onder zijn opvolger, Nasir Mohammed, verkreeg in het begin der 19de eeuw een Fransman grote invloed; hij leidde alle onderhandelingen met het Brits-Indische gouvernement en liet aan zijn nakomelingen uitgestrekte bezittingen na. Dezen bleven Christenen, vermengden zich echter door huwelijken met de inboorlingen en groeiden aan tot een kolonie van enige honderden zielen. Zij verkregen van de Franse zending een geestelijke, noemden zich illegitieme afstammelingen van de Bourbons en namen hun wapen aan. In 1818 werd een verdrag van afhankelijkheid aan het Britse gouvernement gesloten .Van 1844-1868 werd Bhopal met krachtige hand geregeerd door Sikander Begoem en daarna door haar dochter Sjah Dsjehan (tot 1901), die werd opgevolgd door haar gelijknamige dochter.
