Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Beugelen

betekenis & definitie

is een oud balspel, dat vooral in de middeleeuwen in Nederland bij mannen en vrouwen geliefd was. Thans wordt alleen in Noord-Brabant en Limburg een gemoderniseerd beugelen gespeeld.

Bij het oude spel vormden in de beugelbaan twee gebogen houten palen een poort, waardoor men de bal poogde te werpen. Kwam de bal in de poort, dan werd er 1, ging de bal er door, dan werden 2 punten toegekend; miste de bal, dan werd 1 punt afgetrokken. Winnaar was de eerste bezitter van 12 punten.

De huidige beugelbanen hebben een lengte van 10 à 12 m bij een breedte van 5 à 6 m. De houten vloer wordt effen gemaakt door het bestrooien met zand; de baan is overdekt en omgeven door een lage, houten rand. Aan het boveneinde van de baan, op ¼ der lengte, is een stevige ijzeren ring (beugel) bevestigd. De bal wordt niet meer met de handen, doch met een houten klink- of handspaat voortbewogen. Het doel is ook hier: de bal van het begin der baan af, juist door de beugel te slaan.

< >