is een rechtbank, die tot het beslissen in alle handelsgeschillen, maar ook uitsluitend in zulke geschillen, bevoegd is. Bijzondere rechters voor handelszaken kwamen in de middeleeuwen op in Italië en Spanje, gelijk ook in Frankrijk, waar ze nog bestaan.
In NEDERLAND, waar men ze vroeger niet gekend had, werden zij ingevoerd bij de artt. 53 en 94 van het keizerlijk decreet van 18 Oct. 1810 na de inlijving bij Frankrijk, maar bij de invoering der nieuwe wetgeving op 1 Oct. 1838 werden zij weer afgeschaft. In 1872 sprak de Nederlandse Juristenvereniging zich tegen het herstel er van uit.
Lit.: Molengraaff en Polak, z boven; voorts J. van den Honert, Handb. v.d. burgerl. regtsvordering (1839), blz.48, 59-61.
In BELGIË werden bij de wet op de rechterlijke inrichting Rechtbanken van koophandel voorzien, waarvan de materiële bevoegdheid gekenmerkt wordt door de handelsaard der voorgelegde betwistingen en waarvan de territoriale bevoegdheid steunt op de indeling van het rechterlijk arrondissement (overeenstemmend met de verdeling der Rechtbanken van 1ste aanleg). De rechters bij de Rechtbanken van koophandel worden aangewezen door de handelaars van het arrondissement, uit candidaten, voorgesteld door een wettelijk bepaald minimum kiezers en die, in hoofdzaak, bijzonder gunstig bekende handelaars of oud-handelaars zijn. Aan de aldus verkozen rechters wordt een referendaris toegevoegd, die het ambt van griffier waarneemt.