Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Strabo

betekenis & definitie

(Grieks Straboon), Grieks geograaf en historicus (Amaseia, Klein-Azië, 64/63 v. Chr. ca 19 n.

Chr.), bezocht Rome o.a. in 29 v. Chr., nam deel aan een expeditie der Romeinen naar Syene (Egypte) en keerde na een verblijf te Alexandrië naar Rome, later naar zijn vaderstad terug. Hij bereisde de wereld van Armenië tot Sardinië en van de Zwarte Zee tot de grenzen van Aethiopië. Van zijn historisch werk dat de tijd voor en na Polybios behandelde, zijn slechts fragmenten bewaard. In zijn vermaarde Geographica behandelt hij, onder gebruikmaking van tal van andere auteurs, eerst algemene kwesties der natuurkundige en wiskundige aardrijkskunde, daarna Europa, Azië en Afrika; hij beperkte zich hierin niet tot de aardrijkskunde in engere zin, maar besprak ook de geschiedenis en de beroemde personen der beschreven plaatsen.Bibl.: Uitg. d. A. Meineke, 3 dln (Lipsiae 1852); d. C.Müller F. Dübner, 2 dln (Parisiis 1853-’58); d. J. R. S. Sterrett-H. L. Jones, 8 dln (London i9i7-’32, Loeb Glass. Libr.), met Eng. vert.

Lit.: H. F. Tozer, Selections from S. with an Introd. in S.’s Life and Works (Oxford 1893) , F. Kahler, S.’s Bedeutung für die moderne Geographie (Halle 1900); A. Calzoni, Conception de la géographie d’après S., diss. Freibourg (1938).

< >