acidum benzoicum C»H5.COOH is reeds sedert de 17de eeuw bekend, daar het door sublimatie uit benzoëhars, afkomstig van verschillende Styrax-soorten, bereid kan worden. Ook in Peru- en Tolubalsem komt het voor en verder gebonden aan glycocoll als benzoylglycocoll of hippuurzuur C6H5.CO.NH.CH,.COOH in de urine van planteneters als paarden (vandaar de naam; eigenaardig is, dat als men mens of hond benzoëzuur toedient, de urine ook hippuurzuur gaat bevatten), terwijl vogels een verbinding van benzoëzuur en ornithine (z guanidine), het ornithuurzuur afscheiden; uit beide verbindingen kan benzoëzuur door verzeping gewonnen worden.
Technisch maakt men echter dit zuur door toluol in de hitte en liefst in het licht te chloreren, waardoor ten slotte benzotrichloride ontstaat (z benzaldehyde).C6H6.CH, + 3 Cl, - C,H5.CC1, + 3 HG1
Dit benzotrichloride, een vloeistof met een k.pt 221 gr. wordt met kalk in benzoëzuur omgezet. Uit de aard der zaak bevat dit technische benzoëzuur dikwijls kleine hoeveelheden chloorverbindingen, vandaar dat voor pharmaceutische doeleinden nog steeds bereiding door sublimatie uit benzoëhars voorgeschreven is, te meer, omdat de aromatisch riekende verontreinigingen, die het door sublimatie bereide zuur aanhangen, zijn geneeskrachtige werking verhogen.
In zuivere toestand is het een reukeloos zuur (van de aromatische geur van het onzuivere zuur en van onzuivere verwante verbindingen isdenaam aromatische verbindingen voor de benzolderivaten afkomstig). Het is kleurloos, sm.pt 121 gr., goed oplosbaar in alkohol en aether maar slecht oplosbaar in water; onder kokend water smelt het, doordat water ook iets in het benzoëzuur oplost. Het kan gesublimeerd worden en het is vluchtig met waterdamp. Behalve in de geneeskunde wordt het voor technische synthesen gebruikt en als conserveringsmiddel in jams e.d., evenals de zouten, die benzoaten genoemd worden. Talrijke derivaten zijn bekend, zoals esters, die bereid worden door het zuur met de desbetreffende alkohol en wat sterk zwavelzuur te verhitten.
DR J. VAN ALPHEN
Lit.: Thorpe’s Dict. of appl. Chem., I, 678; Ullmann, Enzykl. d. techn. Chemie, II, 226.