(1) is een graafschap in het SouthMidlanddistrict van Engeland, in het Z.O. bestaande uit de onvruchtbare, uit krijtgesteenten gevormde Chiltern Hills en de daarmede evenwijdig lopende, uit groensteen opgebouwde hoogterug, welke de waterscheiding vormt tussen de Theems en de Ouse. Het graafschap beslaat een oppervlakte van 1225,70 km2 en telt (1946) 281 000 inw., d.i. 229 per km2.
Landbouw is hoofdbestaansmiddel. De akkerbouw levert vnl. tarwe en gerst. De voornaamste rivier is de Ouse met de Ivel. 88 Pet van de bodem bestaat uit bouw- en weiland. Om Bedford en Biggleswade worden veel groenten verbouwd; de bodem levert kalksteen en vollersaarde. De hoofdplaats is Bedford*. Andere belangrijke plaatsen zijn Luton*, Dunstable (ong. 9000 inw. met strohoedenindustrie) en Biggleswade.(2), hoofaplaats van het gelijknamige graafschap, ligt aan de Ouse, welke hier bevaarbaar wordt, en aan de spoorlijn Londen-Leicester en telt (1946) 50910 inw. Het is een marktplaats voor graan en vee en er is industrie van landbouwwerktuigen, kant, strohoeden en schoenen.
De stad had in de Angelsaksische tijd als Bedcanforda of Bedanforda reeds betekenis. De St Paulskerk, drieschepig, Gothisch (Decorated en Perpendicular stijl) bevat de fijnbewerkte graftombe van William Harper, die in het begin van de 16de eeuw Lord Mayor van Londen was. De St Petruskerk is vooral bekend om haar toren, die ten dele nog vóór de Normandische verovering (1066) gebouwd is. De St Mary-kerk is voor de helft Romaans-Normandisch; de St Johnskerk is een fraai voorbeeld van „decorated” Gothiek (beide kerken zijn vrij goed gerestaureerd). Er zijn nog enkele merkwaardige resten van een 14deeeuws Franciscanerklooster. Edward VI stichtte er in 1552 een Grammar School. Opmerkelijk zijn de bronzen deuren van Bunyan*’s kapel, „The Old Meeting” genoemd, met allegorische taferelen uit zijn Pügrim's Progress.