was een Spaans priester, monnik en godgeleerde (± 730-798). Met vurige overtuiging en grote overredingskracht verdedigde hij het Kath. standpunt tegen de Adoptianisten.
Hij schreef een omvangrijke commentaar op de Openbaring (van Johannes), die van de 9de tot de 12de eeuw overtalrijke uitgaven in Spanje kende. Deze commentaar munt niet uit door oorspronkelijkheid ; hij is veeleer een catena, een ketting van citaten uit vroegere commentaren, waarvan er enkele verloren zijn gegaan in de loop der tijden. De rijke versiering en verluchtingen, waarvan deze commentaar in zijn vele uitgaven het voorwerp was, maken hem tot een zeer voorname bron voor de geschiedenis van de Spaanse kunst. De Christelijke Wereldkaart, door den schrijver bij zijn commentaar gevoegd, is van minder belang voor de aardrijkskunde zelf, maar des te belangrijker voor de geschiedenis en de kennis van de middeleeuwse toestanden, waarvoor velerlei gegevens op deze kaart met zorg aangeduid zijn. Beatus heeft ook een belangrijke rol gespeeld in het staatkundig leven van zijn tijd.DR V. MOREL O.CAP.
Lit.: K. Miller, Die Weltkarte des Beatus (Stuttgart 1895); Beazley, Dawn of modem geography, I, II (1897-1901).
Het Apocalypse-commentaar van Beatus heeft gedurende ruim een eeuw diepe invloed uitgeoefend op de Romaanse beeldhouwkunst. Zo in Moissac (portaal, Majestas Domini met engelen en ouderlingen) en in de gehele Aquitaanse beeldhouwkunst, zelfs in de kloosterkerk van SaintBenoït-sur-Loire, waar men op de kapitelen Christus aan Joannes ziet verschijnen te midden der zeven sterren en kandelaars en waar men de vier apocalyptische ruiters vindt uitgebeeld. Ook in de emails van Limoges is de invloed van de geïllustreerde Beatus-handschriften merkbaar o.a. bij de „Majestas Domini”.
Lit.: E. Mâle, L’Art religieux du Xlle siècle en France (Paris 1922); Em. A. Van-Moë, L’Apocalypse de Saint-Séver (Paris 1942).