Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Batterij

betekenis & definitie

was vóór 1945 de kleinste gevechtseenheid der artillerie, een artilleristische vuureenheid van 2 tot 6 vuurmonden (stukken), doch in de regel bestaande uit 4 stukken en onderverdeeld in 2 secties. De tussenruimte der stukken bedraagt normaal 25 pas, doch is overigens afhankelijk van de beschikbare stellingruimte, alsmede van de dekking, welke het terrein, vooral tegen waarneming uit de lucht oplevert.

Een goede commandovoering moet eventueel verzekerd blijven. De bezetting ener batterij bestaat uit: één officier als batterij-commandant, per sectie nog één officier of onderofficier en per vuurmond één bediening. De batterij-commandant beschikt bovendien over een kleine staf.Bij oorlogsschepen is batterij de verzamelnaam voor een groep geschut, welke in een bepaald (vuurleiding-) verband schieten. Zo spreekt de Marine van hoofdbatterij, luchtdoelbatterij enz. (z artillerie, scheeps-).

Aan boord van onderzeeboten is de batterij het geheel van accucellen met haar verbindingen, ventilatie enz., dat dient om de boot een krachtbron te geven voor de voortstuwing bij onderwatervaart. Deze batterij wordt gedurende de tijd dat de onderzeeboot aan de oppervlakte vaart wederom opgeladen.

De oorspronkelijke militaire betekenis van batterij als „een aantal in samenwerking optredende kanonnen” heeft zich allengs uitgebreid tot: een aantal toestellen, in verband of samenwerking met elkaar. Zo heeft men de batterij van galvanische elementen*, van accumulatoren*, van luchtjiessen.

< >