Wat is de betekenis van Batterij?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

batterij

1) (1906) (inf.) aantal voorwerpen of personen van dezelfde soort. • batterij — groote hoeveelheid. Een batterie reeren in ’t bed hebben (Balinge) (J. Bergsma: Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. 1906) • Maar zij was al in de keuken, waar een batterij flessen, tintelend rood en geel en oranje, klaar sto...

2024-04-23
Formule 1

Mischa Bijenhof (2022)

Batterij

Accupakket waar de elektriciteit die afkomstig is van de hybridesystemen wordt opgeslagen, om daarmee de elektromotor aan te drijven. In de Formule 1 spreekt men van batterij als het gaat om de energieopslag van de hybridemotor, en van accu als het gaat om het 12 volt-circuitje dat het dashboard, de knopjes op het stuur en het achterlicht van stroo...

2024-04-23
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Batterij

Batterij - een aantal vuurmonden die samen opgesteld worden om de vijandelijke stelling te beschieten. Achterwaarts in batterij komen: zijn behoefte doen, waarbij batterij = achterwerk. De vuurmonden der bereden artillerie komen in batterij, dus worden van de voorwagens afgehaakt en neergezet om te kunnen schieten. Dit kan achterwaarts en voorwaart...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

batterij

batterij - zelfstandig naamwoord uitspraak: bat-te-rij 1. voorwerp dat stroom levert voor een apparaat ♢ deze radio werkt op batterijen Zelfstandig naamwoord: bat-te-rij de batterij de b...

2024-04-23
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

batterij

accu. Ik stond met platte batterijen (een lege accu).

2024-04-23
Batterijen begrippenlijst

Battery Benelux (2010)

Batterij

Een batterij is een combinatie van een of meerdere elektrochemische cellen, die worden gebruikt voor de omzetting van opgeslagen chemische energie in elektrische energie. Dat kan weer als stroom worden geleverd.

2024-04-23
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

batterij

(de; -en) AL - een tot een blok verenigde verbinding van kleine droge elementen voor het opwekken van elektriciteit (voor zaklantaarns, lampen enz.): (fig.) de batterijen zijn op, leeg, plat, niet meer vooruit te branden, uitgeput zijn. • Paul Stanaert: ‘Voor de energiehuishouding van het lichaam heb je “batterijtjes” nodig. De basis wordt gevormd...

2024-04-23
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

batterij

(de, -en) accu. In de Nijverheidsstraat is donderdagnacht de batterij uit een geparkeerde vrachtwagen gestolen. - HN, 08-03-2003.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Batterij

artillerieterm uit de late 16de eeuw voor ‘aantal vuurmonden die samen opge-steld worden om de vijandelijke stelling te beschieten’. Overdrachtelijk wordt het woord ook gebruikt voor ‘het achterwerk, de billen’. Soms gebruikt men hiervoor de meervoudsvorm, bijv. Gerrit Grobben in Wolfram(1989): ‘Haar billen, scherp afgetekend door haar houding, wie...