de voormalige hoofdstad van het eiland Corsica, thans die van een arrondissement van dezelfde naam, is aan de oostkust amphitheatersgewijs gebouwd, door wallen en muren omringd en heeft een sterke citadel. De stad draagt een Genuees karakter, heeft binnen de mooie boulevards nauwe en kromme straten en is te verdelen in een boven- en benedenstad.
Bastia telt (1936) 37 122 inw. en is de grootste handelsstad en zetel van den militairen gouverneur van het eiland. Het bezit een oude en een grotere nieuwe haven. Naast de van 1604 daterende Mariakerk is vermeldenswaard het in 1854 opgerichte kolossale standbeeld van Napoleon I, door Bartolini uit wit marmer gehouwen. De nijverheid omvat die van was, likeur, macaroni en zeep. Verder vindt men er scheepswerven, looierijen, ijzergieterijen, oliemolens, tabaksfabrieken, marmergroeven, koraal visserij, enz. In de nabijheid wordt antimonium gewonnen.
De plaats heeft een belangrijke handel in olie, wijn, vijgen, peulvruchten, huiden, leder en koraal. Deze stad werd in 1388 door den Genuees Lionello Lomellino gesticht en was gedurende bijna 400 jaren de zetel van een Genuees gouverneur. Een paar maal was zij gedurende korte tijd in handen der Engelsen (1745, 1768). Toen Corsica onder de Franse heerschappij in 1791 in twee departementen werd verdeeld, bleef Bastia de hoofdstad van het ene, doch in Ï8II, bij de vereniging van die twee, werd de zetel van het bestuur naar Ajaccio verlegd.