is de hoofdstad van het Franse dep. Yonne, aan de Auxerre en aan de spoorweg van Parijs naar Lyon (P.L.M.) en telt (1936) 19 649 inw.
In haar omtrek kweekt men een voortreffelijke soort van Bourgognewijn. Zij is het Autissiodorum der Ouden en sedert de 3de eeuw de zetel van een bisschop. Tot aan de vereniging van deze stad met de Franse Kroon (eerst in 1370, vervolgens in 1477), had zij eigen graven.In Wereldoorlog II werd Auxerre ernstig getroffen: vooral het centrum en de oostrand, ter weerszijden van de Yonne, hadden zwaar te lijden, in het bijzonder door het geallieerde bombardement van 25 Juni 1944, waarbij 45 doden en 40 gewonden vielen. Deerlijk beschadigd werd ook, in de naaste omgeving, de 12de-eeuwse abdijkerk van Pontigny.
Lit.: J. Lebeuf, Mémoires concernant l’histoire ecclésiastique et civile d’A., Auxerre 1848-’55.
Kunsthistorisch.
Uit de 12de eeuw dateren de kapel van de HH. Clemens en Michaël en zware Romaanse toren en koor der St Eusebiuskerk. Een nieuw bedehuis verving in 1030 de door bisschop Amator omtrent 418 gestichte kathedraal; deze werd in Gothische stijl veranderd (1215-’34). De school van Champagne uit zich in bouwvormen en beschadigde portaalsculpturen, die aan antieke beelden herinneren (Noord-portaal leven van stadspatroon H. Germanus; Zuid-portaal marteldood van St Stephanus). De uit bruine „pierre de Tonnerre” opgetrokken bouwdelen verlenen het geheel een zeer majestueus cachet.
De 5-beukige crypte (1030-’39) is in de 19de eeuw door Viollet-le-Duc gerestaureerd. Kapittelbibliotheek en voormalig bisschoppelijk paleis met Romaanse galerij (merkwaardige kapitelen) uit de 13de eeuw. In 1575 werd begonnen met de Saint-Pierre (of Saint-Père-en-Vallée): fraaie Renaissance-gevel, zeer beschadigd portaal en vierkante toren (1536; 45 m hoog), tympaansculpturen (leven van St Germanus) uit de 14de eeuw. De 9de-eeuwse crypte, gerestaureerd in de 11de eeuw, bevat graven der bisschoppen van Auxerre. Uit 1493 stammen poort en toren ,,de l’Horloge.”
DR JOHN B. KNIPPING.