Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Alvleesklier

betekenis & definitie

of pancreas, ook wel buikspeekselklier genoemd is een lange, betrekkelijk smalle klier, die, achter de maag en tegen de wervelkolom gelegen, zich uitstrekt van de milt tot de twaalfvingerige darm (duodenum). Haar hoofduitvoergang mondt vlak naast de galgang (.z lever) — of gemeenschappelijk met deze — uit in het duodenum: men herkent de uitmondingsplaats aan een kleine verhevenheid, de papilla Vateri.

De klier scheidt, voornamelijk in de spijsverteringsfaze, een kleurloze, alcalische vloeistof af, die eiwit-, vet- en koolhydraatsplitsende enzymen bevat. De totale dagelijkse hoeveelheid pancreassap wordt op ongeveer 1 l geschat. De afscheiding wordt geregeld door reflectorische zenuwprikkels, maar ook door een hormon, secretine, dat door het slijmvlies van de twaalfvingerige darm wordt gemaakt, indien dit in aanraking komt met zoutzuur uit de maag; secretine bereikt de alvleesklier via de bloedbaan. De ontdekking van secretine door Bayliss en Starling in 1902 is van historische betekenis, omdat zij de stoot gaf tot de ontwikkeling van het begrip hormonen.Het eiwitsplitsende ferment wordt in inactieve vorm afgescheiden (trypsinogeen); in de darm wordt het door enterokinase uit het darmsap geactiveerd en heet dan trypsine; dit ferment breekt de eiwitmoleculen af tot albumosen, peptonen en polypeptiden en voor een deel zelfs tot de resorbeerbare aminozuren.

Het vetsplitsende ferment (lipase) wordt door de gal geactiveerd; het ontleedt de vetten in vetzuren en glycerine. De vetzuren vormen met natrium of kalium uit het pancreassap zepen en deze zepen bewerken, samen met de galzure zouten, de emulgering van het vet d.i. de verdeling in zeer kleine en daardoor goed verteerbare bolletjes.

Het koolhydraatsplitsende ferment (amylase of diastase) breekt zetmeel af tot maltose (moutsuiker), een tweewaardige suiker, die door het darmsap tot glucose (druivensuiker) wordt ontleed.

Behalve deze uitwendige secretie verzorgt de alvleesklier ook een inwendige secretie d.w.z. zij scheidt stoffen af, die direct in de bloedbaan worden opgenomen en die voor het lichaam onmisbaar zijn. De interne secretie geschiedt door groepen van cellen, die microscopisch van het andere weefsel kunnen worden onderscheiden; zij werden in 1869 door Langerhans ontdekt en dragen de naam eilandjes van Langerhans. Het door de eilandjes gevormde hormon heet insuline. Schieten zij in deze functie te kort, dan ontstaat suikerziekte. De laatste tijd zijn er aanwijzingen verkregen, dat het pancreas nog een ander hormon afscheidt, lipocaic, dat invloed heeft op de vetstofwisseling (Dragstedt c.s. 1940).

Van de ziekten der alvleesklier kunnen hier slechts enkele worden besproken. De acute pancreatitis of pancreasnecrose komt hoofdzakelijk voor bij lijders aan galstenen en ontstaat dikwijls in aansluiting aan een zware maaltijd. De patiënt krijgt plotseling een zeer hevige en aanhoudende pijn in de bovenbuik, weldra gevolgd door verschijnselen van shock; de buik is meestal opgezet. Dit zeer indrukwekkende ziektebeeld leidde vroeger in den regel tot een operatief ingrijpen met onbevredigende resultaten. Sinds een beter inzicht werd verkregen in hetgeen zich bij deze ziekte afspeelt, wordt zelden meer in het acute stadium geopereerd. Men moet zich voorstellen, dat de necrose (d.i. versterf) van het pancreas ontstaat doordat trypsine en lipase hier, tengevolge van bijzondere omstandigheden, reeds in de klier worden geactiveerd, zodat deze zichzelf gaat verteren; de hierdoor in het bloed komende giftige stoffen zijn in hoofdzaak verantwoordelijk voor de shock. De grondgedachte van de interne therapie is, de uitwendige secretie van het pancreas stil te leggen door absolute onthouding van voedsel en drank en door hoge doses atropine of ephedrine; vocht moet dan onder de huid of in een ader worden toegevoerd. Op deze wijze kan menigmaal genezing worden bereikt.

Het carcinoom van de pancreaskop veroorzaakt o.m. een geleidelijk toenemende geelzucht; soms is het moeilijk te onderscheiden van chronische pancreatitis. De operatieve behandeling is zelden en dan nog alleen in een zeer vroeg stadium mogelijk.

Zeldzaam, doch zeer merkwaardig zijn adenomen, goedaardige gezwellen van de eilandjes van Langerhans, die uiterst hinderlijke verschijnselen geven van overmatige insulineproductie (hyperinsulinisme) (z insuline). Hier brengt de verwijdering van het adenoom een volledige genezing.

DR H. J. VIERSMA.