(Gr. αύτόγραφον, autographon, eigenhandig geschreven) is een oorspronkelijk handschrift, waarbij in onderscheiding van de gewone handschriften, vooral daarop gelet werd, dat het door den auteur zelf was geschreven. Het woord wordt vooral gebruikt voor geschriften van vorsten, staatslieden, veldheren, geleerden en kunstenaars.
Handtekeningen alleen hebben in den regel echter geen grote waarde, hoewel van vele vorstelijke personen der vroegere eeuwen niets anders voorhanden is. Verder behoren tot de autografen brieven, albumbladen, enz., die ondertekend zijn; vervolgens geschriften, welke niet voorzien zijn van een handtekening; daarna een handtekening onder een door een ander geschreven stuk, en eindelijk de enkele naamtekening in boeken enz. Vóór 1500 behoren autografen van literaire werken tot de grote zeldzaamheden. Beroemd is de autograaf van de Imitatio Christi van Thomas a Kempis, die in de Kon. Bibl. te Brussel bewaard wordt.Sedert de 16de eeuw kwamen tal van autografen voor, aan het verzamelen waarvan als zodanig in die tijd echter nog niet werd gedacht. Men kan aannemen, dat verzamelingen als in Frankrijk van Loménie de Brienne, den staatssecretaris van Hendrik IV, en van Philippe de Béthune en diens zoon, uit de tijd van Lodewijk XIV, thans aanwezig in de Bibliothèque Nationale, en in Engeland van Sir Robert Cotton, thans in het Brits Museum, niet louter als autografen, doch wegens haar historische, en de laatste ook wegens haar letterkundige betekenis zijn bijeengebracht.
Het verzamelen van autografen (en dan speciaal handtekeningen) als liefhebberij, hetgeen later de verminking van talloze brieven en andere handschriften tot gevolg heeft gehad, schijnt zijn oorsprong te vinden in de alba amicorum (z album), die het eerst zijn aangetroffen op het eind van de 16de eeuw aan de Nederlandse en Duitse universiteiten. Het zijn veelal fraai gebonden zakboekjes in oblong-formaat, waarin studenten handtekeningen en inscripties van hoogleraren en vrienden verzamelden. Fraaie collecties dezer voorlopers van het poëzie-album worden bewaard in het Brits Museum en in de Kon. Bibliotheken te Brussel en in Den Haag.
Lit.: Scott and S. Davey. A guide to the collector of historical documents, literary manuscripts and autograph letters (London 1891); A. M. Broadly, Chats on autographs (London 1910); E. Wolbe, Handbuch für Autographensammler (1923); F.
Patetta, Autografo, in de Enciclopedia Italiana V (1930, 546-553; Warner, Facsimile of autographs in the British Museum 1895-’99); Isographie des hommes célèbres ou collection de facsimile de lettres autographes et de signatures (Paris 1828-’30) 3 tomes, Supplément p. E. Charavay (Paris 1877).
Zeer waardevol voor het verifiëren van autografen zijn de soms bijzonder luxueus uitgevoerde catalogi van grote particuliere verzamelingen: E. Charavay, Lettres autographes composant la collection de M. A. Bovet (Paris 1887) met talloze fascimilé’s, Catal. of the renowned collection of autograph letters and historical manuscripts formed by the late Alfr. Morrison (London 1917-19) en een auctiecatalogus als die van de collectie-B. Fillon (Paris 1877).
Een kaartsysteem van autogrammen uit veiling- en boekhandelcatalogi wordt bijgehouden in de Bibl. Nationale te Parijs, voorlopig over de jaren 1928-’38; de bedoeling is terug te gaan tot 1850, in aansluiting op H. L. Bordier, Dict. alph. des autogr. qui ont figuré dans les ventes publ., faites à Paris.