(40 1-460 n. Chr.), na haar dood Eudokia genaamd (Socrates, [I]H.
E.[/I] VII, 21), dochter van den sofist Leontios te Athene, echter volgens het Chronicon Paschale (s. anno 420) van Heraclitus, huwde in 421 keizer Theodosius II, wiens heldendaden tegen Perzië zij in een (thans verloren gegaan) epos verheerlijkte. Krachtens een gelofte deed zij van 438-439 een bedevaart naar Jeruzalem. Hier vestigde zij zich in 441 voor goed. Zij had er groot gezag, liet er prachtige kerken bouwen, en steunde er, tegen de zin der regering te Constantinopel, de monophysieten, maar keerde tot de Orthodoxe Kerk terug. Zij stierf volgens Nicephorus, (H. E., XIV, 50) in 460.
Zij heeft vele gedichten gemaakt (o.a. een legende van Cyprianus en Justinus), terwijl ook de zgn. Centones Homerici (versregels van Homerus, toegepast op Jezus’ leven) op haar naam staan. Deze gedichten bezitten echter geen literaire waarde. Vele legenden zijn om haar naam geweven. De meest bekende zijn, dat Theodosius’ zuster Pulcheria het huwelijk tot stand heeft gebracht en dat Athenaïs naar Jeruzalem is gegaan, omdat zij van echtbreuk werd beschuldigd met Paulinus. Men vindt waarheid en legende verwerkt in F. Gregorovius, Athenaïs.Bibl.: Eudociae Augustae carminum reliquiae, hrsg. v. Ludwich (Königsberg 1893).