(Grieks; Aramees Attar, Hebreeuws Aštoret, verminkt uit Aštèret, in ’t meervoud Aštarôt) werd door alle Westsemietische stammen en volken beschouwd als de grootste godin, het vrouwelijk evenbeeld van den god Baäl en als zodanig ook Baältis (Baälat) genoemd. Tegenover Baäl, het mannelijke, scheppende principe, den heer der schepping, den god des lichts, verpersoonlijkt in de zon, is Astarte het vrouwelijke, ontvangende, voortbrengende principe, de godin der voortplantingskracht, van het leven in de natuur, in haar karavaanwegen Meshed-Herat en Teheran-Isfahan dreef de stad vroeger een levendige handel; thans heeft zij slechts ± 20 000 inw.
De stad telt nog 47 moskeeën. Haar voorhaven voor de vaart naar Rusland is sedert 1844 Ges of Benderiges, 4 km ten W. van de stad aan de Kaspische Zee gelegen.