hoofdstad van de Italiaanse provincie van die naam, is gelegen op 166 m aan de Toronto in het landschap de Marken. Inw. (1936) 38 111.
Ascoli is de zetel van een bisschop en een prefect. Er is o.a. zijde- en papierindustrie. De 2085 km2 grote provincie telt (1936) 303 869 inw.Vroeger heette deze stad Asculum en was de hoofdplaats der Picentijnen. Onder de heerschappij der Romeinen was zij een municipium. In 90 v. Chr. gaven de inwoners van Asculum door het vermoorden van den proconsul Q. Servilius en van alle in de stad aanwezige Romeinen het sein tot de Oorlog der Bondgenoten. Daarom werd Asculum door den consul Pompejus Strabo ingenomen en plat gebrand (89 v.
Chr.). In 1502 kwam de stad onder de heerschappij van den paus, welke tot 1860 duurde. Op 17 Dec. van dat jaar werd het gebied bij het koninkrijk Italië ingelijfd.
Lit.: Nissen, Ital. Landeskunde, II, p. 426 vlg.; G. Rosa, Disegno della storia di Ascoli Piceno, 2 vol. (Brescia 1869-’70); E. Luzi, Compendio di storia ascolana (Ascoli Piceno 1889).
In een dal gelegen, draagt Ascoli Piceno nagenoeg geheel middeleeuws karakter. In de 15de eeuw was het een centrum voor schilderkunst (Cola dell’ Amatrice) en edelsmeedkunst. Een der oudste bouwwerken is de doopkerk of het Battistero, oorspronkelijk uit de 6de eeuw, in de 12de eeuw geheel verbouwd. Deels Romaans deels Gothisch is de San Francesco (1292). Uit de 14de eeuw stamt de Dominicanerkerk, gewijd aan den H. Petrus Martelaar.
De San Giacomo, in de 13de en 14de eeuw opgetrokken in romaanse basilicastijl, werd in de vorige eeuw gerestaureerd. Uit 1373 dateert de sierlijke Ponte Maggiore. Aan Sangallo wordt de bouw van de machtige Fortezza Malatestiana toegeschreven,
Lit.: Novelli, Origine ed Antichiti della città d’Ascoli (Roma 1671); Castelli, Sculture ascolane del secolo XII (Roma 1885).