Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ARMBORST

betekenis & definitie

ook voet- of kruisboog genaamd, bestaat uit een houten of stalen boog, bevestigd aan een eikenhouten lade, waarin de pijl gelegd wordt. De pees wordt bij het spannen achter een hardhouten nok of ,,noot” gebracht, welke bij het afschieten door middel van een trekker omlaag gebracht wordt, waardoor de pees naar voren schiet.

Zij komt zowel voor als handschietwapen, als ook in grote afmetingen, bij belegeringen en op schepen („bankarmborst”). Het woord is een verbastering van ,,arcubalista”. De armborst was reeds bij de Chinezen in gebruik, evenals bij de Romeinen en Goten. In het begin der middeleeuwen verdwijnt zij uit de geschiedenis, duikt in de 10de eeuw weer hier en daar op, en komt in de 12de vrij algemeen in gebruik, vooral in Zuid-Europa; in Italië maakte zij de voornaamste kracht van het voetvolk uit. Op het Lateraans Concilie van 1139 werd het gebruik verboden, evenwel zonder resultaat. De pijlen of „bouten” waren korter en dikker dan gewone pijlen en veelal van een vierzijdige stalen punt voorzien.

Ten gevolge van de grote spankracht was het doorboringsvermogen groter dan van een handboog; daarentegen kon met deze laatste veel sneller worden geschoten. De oorzaak hiervan was het moeilijke spannen van de kruisboog. Hiervoor waren verschillende systemen. Dikwijls was voor aan de boog een beugel aangebracht, waarin de voet geplaatst werd. Aan een sterke, om de lenden gedragen gordel (spangordel) was een ijzeren haak bevestigd. Met deze greep de schutter, bukkende, de pees, waarna hij, door zich op te richten, de boog spande.

Veelal werd echter gebruik gemaakt van een hefboom (Geissfuss, pied de chèvre), een windwerk, met katrollen of een soort krik, met zwengel, rondsel en getande staaf. De in vestingen en bij belegeringen gebruikte „Oestel” was waarschijnlijk een armborst van grote afmeting, waarbij de spankracht door torsie werd verkregen. Ook vuurpijlen werden, met het doel, brand te stichten, met de armborst verschoten. In de meeste steden bestond een gilde van kruis- of voetboogschutters, gewoonlijk met St Joris als schutspatroon (z schuttersgilden). In de 16de eeuw werd de kruisboog als oorlogswapen verdrongen door de haakbus: nadien bleef zij nog in gebruik bij de jacht.DR J. W. WIJN.

< >