Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ARES

betekenis & definitie

(z Mars) is bij de Grieken de god van de oorlog. Hij geeft niet zozeer leiding bij de verdediging van het vaderland, maar hij is de god, die de strijders bezielt bij de onstuimige aanval.

Als zodanig heeft hij tot zonen Deimos (Vreesaanjager) en Phobos (Vluchtverwekker); als helpsters Eris (Twist), Enyo (Razende Strijdgodin), de Keren (Doodsgodinnen). Hij is blijkbaar pas laat in de Griekse godenwereld opgenomen en niet geliefd op de Olympos. Als zijn woonplaats geldt gewoonlijk het land der oorlogzuchtige Thraciërs. Volgens Thebaanse sage is hij gehuwd met Aphrodite (hun dochter is Harmonia); in andere kringen wordt Aphrodite voorgesteld als vrouw van Hephaistos, en is Ares haar geliefde (zo ook Odyssea VIII, 266 vlgg.). In Athene is de Areopagus (Aresheuvel) naar hem genoemd. Maar de plaatsen van zijn verering zijn niet talrijk.

Volgens de meeste deskundigen is Ares in oorsprong een Thracische godheid. Anderen zien in hem een (Grieksen) god der aarde, die naast zegen ook verderf brengt (zijn naam zou „schadebrenger” betekenen), en eerst later vooral ook door de gedichten van Homerus, tot den god van de oorlog is geworden. In de kunst wordt hij eerst gebaard voorgesteld, later als een schoon jongeling. Het meest bekend is de Ares Ludovisi, waar de god peinzend zit met Eros aan zijn voeten.Lit.: L. R. Farnell, The cults of the Greek States, V, p. 396 vlg. (Oxford 1909); M. P. Nilsson, Gesch. der griech. Religion, I, p. 486 vlg. (München 1941); Stoll und Furtwangler, in: Roscher, Lexik. der griech. u. röm.

Myth., I, 478 vlg.

In de vroeg-Griekse kunst verschijnt Ares op vaasbeelden met zwarte figuren, gewapend en met een vrij ontwikkelde baard (François-vaas, schaal van Euxitheos). In het bloeitijdperk der Helleense kunst verjongt zich zijn gestalte; de baard ontbreekt: hij draagt enkel helm en speer (Parthenon-fries, Ares van Borghese). In de Hellenistische tijd wordt zijn pose nog minder krijgshaftig en zit hij nonchalant, vaak met één been vooruitgestoken naast zijn grote schild: zo de Ares van het Brits Museum te Londen en de Ares Ludovisi te Rome. Gemeenlijk is hij bij de Gigantenstrijd de hoofdfiguur. In de Renaissance wordt hij als Mars vaak bij Venus voorgesteld. In de Noordelijke kunst der 16de en 17de eeuw heeft men hem daarnaast vaak uitgebeeld als woeste oorlogsgod, niet zelden met laaiende en rokende fakkel, soms gezeten op een krijgskar (prenten, triomfpoorten). Bekende beelden van Guillaume Coustou II, Canova, Thorvaldsen, Dannecker enz.

< >