Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Arctische lucht

betekenis & definitie

een luchtsoort, die gevormd wordt, d.w.z. haar kenmerkende eigenschappen ontvangt in het gebied van de arctische sneeuw- en ijsvelden (de Noordpoolstreken). Deze eigenschappen zijn: lage temperaturen, geringe vochtigheid, gering stofgehalte (en in verband met de laatste twee: grote doorzichtigheid).

Zulke lucht kan bij tijden uit haar brongebied „uitbreken” en zo kan ook Nederland (vooral in winter en voorjaar) invallen van arctische lucht ondergaan; deze komt dan uit de omgeving van Groenland, Spitsbergen, Novaja Zemlja of de Karische Zee. Onderweg naar Nederland heeft deze lucht dan wel een geleidelijke verandering, vooral van temperatuur ondergaan — in de winter vnl. wanneer de weg over zee voerde, in de zomer bovenal ook als de weg over land ging. In Juli en Aug. spreekt men dan ook niet meer van arctische invallen te onzent. Arctische lucht, die ons over zee bereikt uit N.W. richting, veroorzaakt veelal regen-, sneeuw- of hagelbuien, in het bijzonder wanneer de aanvoer snel is geschied (voorbeeld: de zgn. ijsheiligen).Arctische lucht kan, wanneer zij nog van zeer lage temperatuur is en dan over open water wordt gevoerd (speciaal in de poolstreken zelf, maar des winters ook wel in de gematigde luchtstreken), aanleiding geven tot een laaghangende mist, de arctische zeerook (z ook front en luchtsoort).

DR P. GROEN.

< >