Italiaans componist (Fusignano bij Ravenna 17 Febr. 1653 - Rome 8 Jan. 1713), studeerde bij Benvenuti te Bologna en na 1671 te Rome bij Simonelli, was van 1679-1682 werkzaam aan het hof van de keurvorst van Beieren, daarna o.m. bij koningin Christina van Zweden en bij de hertog van Modena, vestigde zich ten slotte te Rome waar hij in kardinaal Ottoboni een beschermer en bewonderaar vond. Na zijn dood werd hij in de adelstand verheven.
Corelli is een componist van echte strijkersmuziek. Met eenvoudige technische middelen weet hij aan een strijkersensemble, ja soms aan slechts een of twee violen een ontroerende klank te ontlokken. De invloed van zijn schrijfwijze voor strijkers heeft op de na hem komende generatie van Italiaanse vioolcomponisten en op vrijwel alle 18e eeuwse meesters (Bach en Händel bijv.) ingewerkt.Bibl.: C.’s in opusnummers gegroepeerde werken bestaan uit: 48 triosonates (voor 2 violen en basso continuo, op. 1 tot 4, ieder 12 sonaten bevattend); 12 sonates voor viool en basso continuo op. 5 en 12 concerti grossi op. 6.
Lit.: G. Piancastelli, Fusignano ad A. G. (1914); M. Pincher le, Corelli (1933).