Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Antoon thiry

betekenis & definitie

(Frans), Vlaams schrijver (Leuven 8 Sept. 1888), was leraar te Gent (19081918), bibliothecaris te Tiel, Gelderland (19211930), is sedert 1930 uitgever te Antwerpen. Hij debuteerde met een in samenwerking met F.

Timmermans geschreven bundel sprookjes en werd daarna de gemoedelijke chroniqueur van het Vlaamse kleinestadsleven.Bibl.: Bagijnhofsproken, in samenw. met F. Timmermans (Amsterdam 1911); Het schoone jaar van Garolus (ibid. 1920); De dromer (ibid. 1924); Het Hofken van Oliveten (ibid. 1924); Onder Sinte Gommarus’ wake (Rotterdam 1924); Meester Vindevogel (Amsterdam 1924); Mijnheer Pastoor en zijne vogelenparochie (ibid. 1925); Baziel’s uittocht (ibid. 1927); De Izegrim (ibid. 1929); De drie uit St. Gerardus Majella en hunne vrouw (Amsterdam 1931); Kiroeme, Kiroeme (Mechelen 1930); Gasten in het Huis ten Halven (Leuven 1932); Domien en zijn zoon (Turnhout 1932); Vikingers (Leuven 1933); De Zevenslager (Leuven 1934); Ach, de kleine stad... (Leuven 1936).

< >