Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 07-02-2022

Antonius johannes DER KINDEREN

betekenis & definitie

Nederlands schilder (’s-Hertogenbosch 20 Dec. 1859 Amsterdam 2 Nov. 1925), was leerling van de Rijkskweekschool voor Onderwijzers (1874-1878) en van de Koninklijke school voor Nuttige en Beeldende Kunsten in zijn geboortestad (1878-1880), van de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam (1880-1882) en van de Koninklijke Academie van Schone Kunsten te Brussel (1882-1883), terwijl hij na 1884 voor twee jaar wederom bij de Amsterdamse Academie was ingeschreven. Grote opdrachten hebben telkens belangrijke perioden van Der Kinderen’s leven gemarkeerd.

Van 1884 tot 1888 werkte hij aan de schildering De Processie van het Heilig Sacrament van Mirakel voor de R.K. kerk op het Bagijnhof te Amsterdam. Tijdens het werk wijzigt hij, onder invloed van de schilderingen van Puvis de Chavannes en van Giotto (welke hij tijdens een reis naar Italië en Frankrijk had gezien), de oorspronkelijke conceptie en hij komt daardoor in conflict met zijn opdrachtgever. Eerst in 1929 is de schildering op haar oorspronkelijke plaats aangebracht. In 1889 begint zijn relatie met Diepenbrock, een vriendschap gebaseerd op gemeenschappelijke geestelijke idealen, die tot hun dood heeft voortgeduurd en waarbij van wederzijdse invloed kan worden gesproken. Van 1889 tot i8g2 werkte hij aan de zgn. eerste Bossche wandschildering, van 1892 tot i8g6 aan de tweede; onderwijl maakte hij de illustraties en de verdere boekverluchting van een uitgave van de Gijsbrecht en voor een Mis van Diepenbrock. Van 1896 tot 1907 werkte hij o.a. aan wandschilderingen in het gebouw van de Algemeene Levensverzekering Maatschappij, aan schilderingen voor de Beurs van Berlage en aan een raam voor de zaal van de Kamer van Koophandel in dit gebouw.

In 1907 volgde hij Allebé op als directeur van de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Hij had toen minder gelegenheid als scheppend kunstenaar op te treden en hij beperkte zich tot talrijke studies voor een (fictieve) opdracht voor muurschilderingen in de Rozenkranskerk aan de Obrechtstraat te Amsterdam en tot het (door hemzelf niet meer voltooide) „Suikerraam” in het gebouw der Ned. Handel-Maatschappij te Amsterdam.Hij behoort tot de grondleggers der zgn. monumentale kunst in Nederland. Sociale en religieuze motieven speelden bij zijn concepties een belangrijke rol.

A. GLAVIMANS

Lit.: Gompl. bibl. en biogr. gegevens in: A. M. Hammacher. De levenstijd van Ant. d. K. (Amsterdam 1932) (vgl. hierbij P. H. van Moerkerken in De Gids 1933 I, blz. 279-290).

< >