verdrag, op 25 Nov. 1936 tussen Duitsland en Japan gesloten tot consultatie en samenwerking inzake maatregelen tegen de activiteiten van de Communistische Internationale (Komintern). Het verdrag was het begin van een Duits-Japanse entente.
Nadat de nieuwe As Berlijn-Rome haar bestendigheid had bewezen, trad op 6 Nov. 1937 ook Italië toe. In het begin van 1939 volgde Hongarije, op 24 Febr. 1939 de Japanse schijnstaat Mantsjoekwo en op 27 Mrt 1939 het Spanje onder Franco. De verdragen tussen Duitsland en de Sovjet-Unie van 23 Aug. en 28 Sept. 1939 inzake non-aggressie en verdeling van gebieden en invloedssferen deden het pact, ook al werd de Sovjet-Unie daarin niet uitdrukkelijk genoemd, op de achtergrond geraken. Ter bestendiging van de oorspronkelijke samenwerking werd op 27 Sept. 1940 een driemogendhedenverdrag gesloten tussen Duitsland, Italië en Japan, waartoe later een aantal vazalstaten toetraden. Dit verdrag was op de eerste plaats tegen de V.S. gericht. Na de mislukking van de Duits-Russische toenadering en het uitbreken van de vijandelijkheden tussen beide landen op 22 Juni 1941 herleefde het Anti-Kominternpact.
Expirerende op 25 Nov. 1941, werd het op die datum te Berlijn plechtig voor 5 jaar verlengd onder toetreding van meest afhankelijke, bezette of nieuw-geschapen landen, nl. Bulgarije, Roemenië, Slowakije, Kroatië, Denemarken, Finland en de Chinese tegenregering van Wang Tsjing-wei.PROF. MR A. J. P. TAMMES.