Hervormd predikant (Zierikzee 23 Oct. 1722 - Zwolle 12 Apr. 1807), was een leerling van Alberti te Leiden, bij wie hij critische exegese in plaats van de traditionele dogmatische had gestudeerd. Hij werd predikant te ’s-Graveland en in 1748 te Zwolle.
Hij predikte hier zelfs in liberale geest, werd o.a. om dogmatische en ecclesiologische redenen door zijn collega’s aangeklaagd en door de kerkeraad, in strijd met de sympathie van de meerderheid der gemeente, geschorst in 1750. Hield 19 Nov. 1752 opzienbarende rede, waarin hij de stelling verkondigde dat de H.S. de enige regel van geloof en leven is en de kerkelijke bepalingen in deze geen zin hadden. Daarna voor de Classis gedaagd. Door de synode van Overijsel veroordeeld, liet Van der Os zich bij de Doopsgezinden dopen, werd in 1758 predikant te Beverwijk, 1764 te Zaandam-Oost en trad in 1767 tot de Waterlanders toe; als emeritus keerde hij naar Zwolle terug en bezocht er weer de Hervormde Kerk.Lit.: De zaak v. Ds A. v. d. O., verz. d. W. Sluiter en H. L.
Noortberg, 5 dln (in Doopsgez. Bibl. te Amsterdam). De pamflettencatalogi; zij'n geschriften in vele kerkelijke archieven en ter Prov. Griffie, Zwolle.