Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Kerkeraad

betekenis & definitie

(consistorie) noemt men het lichaam, bestaande uit personen, door en uit de leden ener kerkelijke gemeente gekozen, die voor de belangen dier gemeente moeten waken. De kerkeraad vertegenwoordigt de gemeente.

Volgens de nieuwe kerkorde der N.H. Kerk onderscheidt men in de gemeenten met meer dan één predikantsplaats wijkkerkeraden en een centrale kerkeraad (Ordin. 2, artt. 9-15). Het recht tot verkiezing van kerkeraadsleden berust bij de stemgerechtigde lidmaten (ook de vrouwen); zij kunnen dit recht voor een bepaalde tijd geheel of gedeeltelijk overdragen aan de kerkeraad (Ordin. 3, art. 7). De taak van de kerkeraad wordt in de ordinantie dienaangaande gespecificeerd als het onderhouden van de dienst des Woords en der Sacramenten, het opzicht over de bepalingen van de Ordinantie voor de leiding van de dienst der gemeente in de wereld, de behandeling van het verslag van zijn afgevaardigden ter classicale vergadering.De Geref. Kerken onderscheiden een „smalle” en een „brede” kerkeraad (Dordtse Kerkorde, artt. 37-40). In de Ev. Luth. Kerk kent men de „Grote Kerkeraad” (de gewone kerkeraad en zijn vroegere leden). Hier wordt de kerkeraad gekozen door coöptatie of door de stemgerechtigde lidmaten. In de Remonstrantse Broederschap kiest de gemeente de kerkeraad.