koningin van Groot-Brittannië en Ierland van 1702-1714 (Londen 6 Febr. 1665 - Kensington 1 Aug. 1714), was een dochter van Jacobus II van Engeland en diens eerste gemalin, Anna Hyde. Zij werd opgevoed in de leer der Anglikaanse Kerk, waaraan zij trouw bleef, nadat haar vader naar het Rooms-Katholicisme overging.
Op 28 Juli 1683 huwde zij den protestantsen Deensen prins George (1653-1708); een huwelijk, dat politiek veel afkeuring vond, maar voor de beide echtgenoten persoonlijk zeer gelukkig was. Reeds toen had Anna bijzondere vriendschap voor Sara Jannings, de latere hertogin van Marlborough.Toen haar zwager, Willem III van Oranje, in 1688 te Torbay aan land stapte, koos zij, onder de invloed van John Churchill, later hertog van Marlborough, zijn zijde.
Kort na de troonsbestijging van Willem en Maria rezen er moeilijkheden, gedeeltelijk van financiële aard, tussen Anna en haar zuster Maria en deze verwijdering werd nog ernstiger, doordat Anna in 1691 steun verleende aan haar vader en Marlborough in ongenade viel wegens beschuldiging van de Jacobieten te hebben begunstigd. Wel werd Marlborough weer in zijn ambt hersteld, maar de zusterlijke vriendschap met Maria werd eerst kort voor de dood der laatste herwonnen (7 Jan. 1695). Op 29 Juli 1700 verloor Anna haar enigen zoon, die de babyleeftijd had overleefd, 11 jaar oud; vier kinderen had zij vroeg verloren en zeer vele malen (10!) een miskraam gehad.
Toen zij 8 Mrt 1702, overeenkomstig de Act of Settlement (1701) en de Declaration of Rights (1689), haar zwager Willem opvolgde, benoemde zij haar gemaal tot generalissimus en eersten admiraal en gaf aan de Marlboroughs de orde van de Kousenband, vele ambten, de hertogstitel en een groot inkomen. Zij begunstigde de Tories en toonde persoonlijk grote belangstelling voor kerkelijke zaken en was streng Anglikaans, erg tegen R.K. en Dissenters. De Marlboroughs echter stonden aan de kant der Whigs en slechts aarzelend volgde zij hun politiek, op krachtige voortzetting van de Spaanse Successieoorlog gericht. Op den duur moest dit leiden tot een breuk met de Marlboroughs, die verhaast werd door de critiek der Whigs op het beleid van prins George in zake de admiraliteit. Kort daarna (28 Oct. 1708) stierf haar gemaal en in 1709 viel de hertogin van Marlborough in ongenade.
DR H. A. ENNO VAN GELDER
Lit.: G. M. Trevelyan, England under Queen Anne, 3 vol.: I Blenheim, II Ramillies and the union with Scotland, III The Peace and the Protestant Succession (London 1930-1934); W. S. Churchill, Marlborough, his life and times, 4 vol. (London 1933-1938); Neville Connell, Anne, The last Stuart Monarch (London 1937); H. Paul, Queen Anne (London 1907).