bijgenaamd II Ruzzante (d.i. de grappenmaker), Italiaans blijspeldichter en toneelspeler (Padua ca 1502 - 17 Mrt 1542), is de schrijver van enige der beste Renaissancecomedies in de volkstrant. Hij begon reeds met zijn 18de jaar dialectstukken te schrijven, die hij met een eigen troep in de carnavalstijd te Venetië, Ferrara e.a. steden opvoerde, steeds met zichzelf in de hoofdrol.
Voor zichzelf ook creëerde hij in 1521 in de comedie La pastorale de figuur van den sluwen en brutalen bediende Ruzzante. Zijn stukken zijn hoogst origineel en vol frisse werkelijkheidszin in de voorstelling van het boerenleven. Volgens Riccoboni is het Italiaanse toneel hem de Pantalone van Venetië, de Arts van Bologna en de Harlekijn van Bergamo verschuldigd. M. Sand ontdekte hem voor de moderne tijd opnieuw (Masques et bouffons, 1902). Beolco’s verzamelde werken (Tutte le opere) zijn te Vicenza in 1584 uitgegeven. Te Padua staat een standbeeld voor hem.MR H. VAN DEN BERGH
Bibl.: (voornaamste stukken): La Piovana; L’Anconitana; La Moschetta; La Fiorina; La Vaccaria; La Rodiana.
Lit.: E. Lovarini, Notizie sui parenti e sulla vita del Ruzzante, in Giora. stor. (Suppl. 2, 1899); A. Mortier, Ruzzante (dl i, leven en werken, dl 2, Franse vert. v. alle werken, Paris 1925-6); A. Gataldo, II Ruzzante (Milano 1933). Over B.’s comedies: B. Groce, La Comm. del Rinascimento, in Poesia pop. e poesia d’arte (Bari 1931).