Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Bergamo

betekenis & definitie

(1) is een Lombardische provincie in Noord-Italië. Zij telt op een oppervlakte van 2789 km2 een bevolking van ongeveer 600 000 inw.

Het noordelijk gedeelte des lands wordt ingenomen door de Bergamasker Alpen, die zich tot aan de hoofdstad uitstrekken en waarin de dalen van de Oglio, de Serio, de Brembo gelegen zijn, terwijl de Adda langs de Z.W. grenzen stroomt. Tot de meren behoren het Lago di Spinone en het Lago d’Iseo. Het zuidelijk deel ligt in de Lombardijse laagvlakte. In de hogere streken vindt men goede weiden, terwijl in de vlakte wijn, tarwe, maïs en rijst verbouwd worden. De zijdeteelt is er van belang; de bergen leveren ijzer, marmer en steenkolen. Er zijn talrijke zijde- en katoenspinnerijen, weverijen, papierfabrieken, ijzergieterijen enz.

De inwoners, Bergamasken geheten, bedienen zich van een ruwe tongval en worden in Italië als plompe, maar tevens loze lieden beschouwd. De grappenmakers der Italiaanse volkskomedie, Arlecchino en Brighella, zijn Bergamasken.(2), hoofdstad van de gelijknamige Italiaanse provincie, ligt schilderachtig aan de voet der Bergamasker Alpen, op 386 m hoogte, in een vruchtbare, goed bebouwde streek; het is een kruispunt van de spoorwegen Brescia-Lecco en Treviglio-Ponte Silva. De oude stad (Cittd) is amphitheatersgewijs tegen een hoogte gebouwd; aan de voet strekt zich de nieuwe stad (Borghi) uit. De eerste is omgeven door wallen, welke in wandelplaatsen veranderd zijn. In het midden ligt de Piazza Garibaldi, waar zich de voornaamste gebouwen bevinden: het Gothische Palazzo Vecchio (Broletto), de in 1350 gebouwde dom, de kerk Santa Maria Maggiore, in 1137 gesticht, met mooie koorstoelen en de praalgraven van Donizetti en Mayr. Op het plein staan de standbeelden van Garibaldi en den dichter Tasso. In de benedenstad liggen verscheiden bezienswaardige kerken, het stadhuis, het regeringsgebouw, de accademia Carrara met een mooie schilderijengalerij en de bazaar.

De stad telt (als gemeente) ca 84 000 inw., welke zich vooral bezighouden met de zijdeindustrie; verder zijn er katoenweverijen, metaal-, cement-, hout-, kaarsenfabrieken enz. Bergamo is de zetel van een prefect en een bisschop.

Het oude Bergamum is door de Kelten (Galliërs) gesticht. Ten tijde van de Romeinse heerschappij was de stad een municipium. Zij werd door Attila verwoest, maar herrees onder het bewind der Langobarden en werd de zetel van enige hertogen, later werd zij door den bisschop geregeerd, totdat in de 12de eeuw de stad zich daartegen verzette en het bestuur aan haar eigen raad trok. Daarop volgden langdurige twisten tussen de voornaamste families, waarvan Milaan in 1264 gebruik maakte, om er de heerschappij te krijgen. De twisten tussen Ghibellijnen en Guelfen duurden voort, totdat in 1428 Venetië de stad vermeesterde. Toen werd zij sterk bevestigd en bleef tot 1797 met de republiek verenigd; daarna behoorde zij bij de Cisalpijnse Republiek, respectievelijk het koninkrijk Italië (onder Napoleon) en was na 1814 in Oostenrijkse handen; Bergamo deelde verder in de lotgevallen van het Lombardisch-Venetiaans koninkrijk.

Lit.: P. Pesenti, Bergamo (1910); Pinetti, B. e le sue valli (1924); R. Pajuni, B. rinnovata (1929).

< >