gen., Italiaans schilder, beeldhouwer en architect (Florence ca 1308 - 1368), wordt in 1344 voor het eerst genoemd in het gilde der schilders. Het enige schilderwerk dat zeker van hem is, is de tronende Christus, tussen heiligen en apostelen, van het altaar in de Strozzi-kapel in S.
Maria Novella in Florence, gedateerd 1357. Er zijn hem vele werken toegeschreven, maar hij werkte met een groot atelier, zodat, zeker veel met hulp van anderen gemaakt is. Het feit, dat hij ook beeldhouwer was, heeft gemaakt, dat zijn figuren een grote plasticiteit hebben. Zijn hoofdwerk is het tabernakel van Or San Michele, waarvoor hij in 1348 opdracht kreeg en dat in 1358 vrijwel gereed was. Dit is het enige vast op zijn naam staande beeldhouwwerk. Opmerkelijk is de, met kleine ornamenten, opgewerkte achtergrond van het grote reliëf van de hemelvaart van Maria, die dit fraaie werk iets geheel levends geeft.
In 1356 maakte hij een ontwerp voor de gevel van de Florentijnse Dom en sinds 1358 werkte hij aan de mozaïeken van de gevel van de Dom in Orvieto. Hij was een kunstenaar van naam, aan wie al vroeg bepaalde werken, als de Loggia della Signoria in Florence en de schilderingen van het voormalige Campo Santo te Pisa, werden toegeschreven. Ook Ghiberti roemt hem in zijn Commentarii.Lit.: G. Graf Vitzthum-W. F. Volbach, Die Malerei u. Plastik d. Mittelalters i.
Italien (Potsdam 1924); K. Steinweg, A. O. (Strasbourg 1929); P. T o es ca, La pittura fiorentina del Trecento (Verona 1929); M. Tosi, A. O. architetto, in: Boll. d’arte (1934).
