Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ANANAS

betekenis & definitie

de schijnvrucht van Ananas sativus (fam. Bromeliaceeën), bestaande uit een opgezwollen stengel, waarin talrijke besvruchten weggedoken zitten.

De as, die de bloemen en later de vruchten draagt, eindigt in een rozet van leerachtige, lancetvormige bladeren, met gewoonlijk stekelig getande rand. De plant is afkomstig uit tropisch Amerika, maar komt in vele variëteiten (soorten) ook in andere tropische gewesten gekweekt en verwilderd voor. Men kweekt ze niet alleen om de geurige, sappige vruchten (de vrucht ontleent haar geur aan een boterzure amylester), maar ook ter wille van de taaie vezels der bladeren.Vroeger trof men op verschillende buitenverblijven mooie ananaskassen aan. De grote cultuurcentra zijn Hawaii, West-Indië, Californië en Centraal-Amerika, benevens de noordelijke gebieden van Zuid-Amerika. Vooral Hawaii voert zeer grote quanta ananasconserven uit.

Ananasvezels zijn — indien echt — afkomstig van de ananasplant (Ananas comusus = A. sativus) en worden niet op technische wijze bereid, doch alleen als huisindustrie gewonnen, nagenoeg uitsluitend op de Philippijnen, waar men er zeer fijne weefsels uit vervaardigt. Het blijkt, dat de beste vezels niet afkomstig zijn van de beste vruchtdragende planten, doch van exemplaren, die door cultuurwijze, standplaats of hun ras slechte, kleine vruchten produceren. Daarom zal de winning van ananasvezels als bijproduct van de ananasvruchtencultuur wel nooit een goed product opleveren en dus ook nooit lonend kunnen zijn. Zogenaamde ananasvezels zijn afkomstig van verschillende planten, zoals van Agave-soorten en ook van Bromeliaceae (bijv. pita, arghanvezels, caroá). Het verdient zeker geen aanbeveling deze handelsnaam te handhaven.

< >