Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ANAI

betekenis & definitie

ook Anei geheten, is een rivier aan de westkust van Sumatra. Zij ontspringt nabij de noordelijke top van de Singgalang en verenigt zich met een aantal stroompjes, die van naburige vulkanen komen, zoals de Ajer Poetih, die langs Padang Pandjang stroomt.

De Anai heeft grote bekendheid gekregen, doordat haar Barisan-dwarsdal, meestal kortweg aangeduid als de Kloof, een der meest romantische plekjes van geheel Insulinde is. Tussen Padang Pandjang en Kandangampat heeft de rivier zich nl. over een afstand van 6 km een diep bed ingesneden tussen loodrechte rotswanden. Rechts rijst de tweelingvulkaan Singgalang-Tandikat tot bijna 2900 m omhoog, links verheffen zich de ketenen van de Boekit Barisan. Het diep ingesneden dal maakt, door de steile wanden, de wilde tropische vegetatie en de in de diepte bruisende en schuimende, waterval op waterval vormende rivier, een grootse indruk.

Sedert 1891 loopt, behalve de postweg, ook een spoorweg door de Anaikloof. Deze spoorweg was o.a. bestemd voor de afvoer van steenkolen uit de Ombilin-velden; daarom wordt hij dan ook wel de Ombilinspoorweg genoemd. Bij het bouwen van die spoorweg waren geduchte moeilijkheden te overwinnen, want tal van bergstromen moesten overbrugd worden, op vele plaatsen moest men de rotsen doen springen, om ruimte voor het spoorwegtracé te verkrijgen, elders waren ontzaglijke ingravingen nodig en voor de Ajer Poetih (zie boven) moest ten dele een nieuw bed in de rotsen worden uitgehouwen. Bij Kajoetanam begint de tandradspoorweg en gaat de lijn zevenmaal over de Anai, met bruggen van 30, 40 en 50 m spanning. De belangrijkste van deze bruggen ligt dicht bij de samenvloeiing van de Anai en Ajer Poetih en is met een boog van 56 m op een hoogte van 36 m boven het bed der Anai gespannen. Nauwelijks een jaar nadat de spoorweg voor het algemeen verkeer opengesteld was, had de eerste ernstige ramp plaats.

De 24ste Dec. 1892 viel er te Padang Pandjang in 8 uur tijds 225 mm regen (in Nederland in een geheel jaar gemiddeld ± 700 mm); het gevolg was een geweldige bandjir der Anai, waarbij spoorlijnen, steunmuren, bruggen, landhoofden en woningen, evenals een gedeelte van de postweg werden weggeslagen, het verkeer maandenlang gestremd en een half millioen gulden aan herstellingskosten vereist werd. Soortgelijke rampen zijn late nog herhaalde malen voorgekomen; zij waren echter van minder ernstige aard dan de bovengenoemde.

Voor bandjirs bestaat in de benedenloop weinig vrees, daar de rivier hier door een vlak, moerassig terrein stroomt en niet bedijkt is, dus bij hoge waterstanden het land eenvoudig overstroomt.

< >