Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Amoeben

betekenis & definitie

zijn eencellige dieren (protogoën) met een naakt protoplasma, waarin zich een kern en enkele vacuolen bevinden. Zij bewegen zich door middel van schijnpootjes (pseudopodiën), uitstulpingen van het protoplasma.

Hiermee kunnen zij ook voedsel opnemen. Zij planten zich voort door deling in tweeën. Behalve in deze beweeglijke vorm komen de amoeben ook voor als cysten, die uit de eerste ontstaan. De amoebe rondt zich dan af en omgeeft zich met een stevige membraan. Beweging, voedselopneming en deling houden dan op. De cysten dienen om onder ongunstige omstandigheden het voortbestaan der soort mogelijk te maken. Indien de cysten weer onder gunstiger omstandigheden komen, verlaten de amoeben de cyste, welks membraan als ledige huls achterblijft en hernemen zij haar functies' beweeglijkheid, voeding en deling. Er zijn zowel vrij levende als parasitaire amoeben. De laatste leven gewoonlijk in het darmkanaal van den mens en van allerlei dieren, van apen af tot kakkerlakken toe. Bij den mens zijn zes soorten amoeben bekend, die alle in de darm leven. Slechts één dezer, Entamoeba histolytica of E. tetragena of E. dysenteriae veroorzaakt ziekte, maar behoeft dit niet altijd te doen. Zij kan ook als onschuldige parasiet in de darm leven. Zo is in Nederland 5 tot 10 pet van de bevolking besmet en toch is daar amoebenziekte uiterst zeldzaam. In de tropen komt het ook wel voor, dat de dysenterie-amoebe geen kwaad doet, maar veel zeldzamer; daar is de dysenterie-amoebe de meest voorkomende oorzaak van darmaandoeningen. Wil de amoebe pathogeen worden, dan moet zij eerst de darmwand binnendringen. Zij doet dit tussen de epitheelcellen van het slijmvlies van de dikke darm. Er schijnt een stof te worden afgescheiden, die de samenhang der cellen verbreekt, waarna de amoebe steeds dieper dringt. Het weefsel gaat te gronde en het einde is, dat de aldus gevormde ontstekingsmassa naar het lumen van de dikke darm doorbreekt. Zo ontstaat een zweer, die zich zowel in de diepte als in de vlakte uitbreidt. Deze uitbreiding kan soms zeer groot zijn, zodat zweren ter grootte van een rijksdaalder of nog groter geen zeldzaamheden zijn. In de ernstigste gevallen ontstaat dan amoebendysenterie, d.i. ontlasting van bloedig slijm, vaak zeer frequent, dat kan krioelen van de amoeben. In vele gevallen beperken de klachten zich echter tot minder typische verschijnselen, zoals buikpijn of diarrhee. De ziekte is zeer chronisch en kan jarenlang duren. Echte dysenterie kan afwisselen met minder hevige verschijnselen of zelfs met perioden van gezond zijn.De amoeben kunnen ook in vertakkingen van de poortader geraken en dan met het bloed naar de lever getransporteerd worden en daar tot abscesvorming aanleiding geven. Dit leverabsces moet vaak chirurgisch behandeld worden. Ook kunnen de amoeben door de bloedstroom naar andere organen, naar de milt, de longen en de hersenen gevoerd worden en daar tot de vorming van abscessen leiden; dit is echter zeldzaam.

De cysten der dysenterie-amoeben, rond of ovaal van vorm en 10-15 mikra groot, worden in de mensendarm gevormd en komen met de ontlasting naar buiten. Door haar groter weerstandskracht tegen invloeden van buiten kunnen zij buiten het menselijk lichaam lang blijven leven, bijv. in water tot drie weken en langer. Ook zijn zij bestand tegen het zoutzuur in de maag. De mens besmet zich, doordat hij met voedsel of drank cysten naar binnen krijgt. Bestaat er bij den lijder dysenterie of diarrhee, dan komen ook kruipende amoeben in de ontlasting voor, maar zij zijn voor de verbreiding der besmetting zonder belang, omdat ze in den regel binnen een paar uur sterven; mocht er eens een enkele levende worden ingeslikt, dan doodt het zoutzuur in de maag deze wel. Ter voorkoming van besmetting is grote reinheid bij de bereiding van voedsel en drank het voornaamste. Goede drinkwatervoorziening is een belangrijke factor. Waar een waterleiding ontbreekt, kan men in plaats van water slappe, gekookte thee drinken. De cysten der amoebendysenterie worden door koken in een ogenblik gedood.

Er bestaan uitstekende middelen tegen de amoebendysenterie, zoals de onderhuidse inspuitingen van het zoutzure emetine, een alkaloid uit de Ipecacuanha-wortel, het yatreen en carbarsoon. Bij hardnekkige gevallen is ook penicilline met succes toegepast.

Behalve de ziekteverwekkende Eniamoeba histolytica vindt men als darmparasieten van den mens nog zeer vaak een vijftal niet pathogene soorten. Het is van groot belang, dat deze niet met de dysenterie-amoebe verward worden. Zijn er kruipende amoeben in de ontlasting en bevatten deze rode bloedlichaampjes, dan weet men zeker met dysenterie-amoeben te doen te hebben; maar als de rode bloedlichaampjes in de amoeben ontbreken, dan is dit onzeker. Men kan dan zekerheid verkrijgen door het onderzoek der eventueel aanwezige cysten. Die van de dysenterie-amoeben zijn goed te onderscheiden van die der onschuldige soorten.

In de mond van den mens kunnen vaak parasitaire amoeben (Entamoeba gingivalis of te wel E. buccalis) gevonden worden en wel tussen het tandvlees en de tanden of kiezen alsook in de tandkassen. Vooral wanneer daar etterende processen bestaan, maar ook wel bij mensen met gezond tandvlees en gezonde tandkassen. Ook bij honden, katten en apen kan men ze op dezelfde plaatsen aantreffen. De amoeben vertonen grote overeenkomst met Entamoeba histolytica, de verwekker der amoebendysenterie, echter zijn tot nu toe geen cysten van deze amoeben ontdekt. Zij zijn verre van zeldzaam, bij personen met ziek tandvlees of zieke tandkassen bleken 70-90 pct er mee besmet. De mening, dat de amoeben de oorzaak van deze aandoeningen waren, heeft men thans vrijwel algemeen laten varen. Men beschouwt ze als onschuldige commensalen en behandeling der infectie is dan ook niet nodig.

PROF. DR S. L. BRUG

Lit.: F. G. Craig en E. G. Faust, Clinical Parasitology, 4th Ed., p. 98 (Philadelphia 1945).

< >