(Ahir of Asben) een tot 2000 m hoog bergland van graniet en bazalt in de Sahara, tussen 170 en 20° N.Br. en 70 en io° O.L. v. Gr., dat eerst door Heinrich Barth enigszins nader bekend is geworden.
Het is doorsneden door vruchtbare, ten dele bekoorlijke dalen. De bewoners zijn een vermenging van Berbers en Negers. De vruchtbare bodem draagt er doempalmen en acaciawouden. Het levert grote vijgen, enig graan. Weiden gedogen de teelt van kamelen en zebra’s. Leeuwen, jakhalzen, gazellen en struisvogels komen veel voor. Hoofdstad is Agades, het verenigingspunt der karavanen, die uit de Soedan naar Marokko, Fezzan (Moerzoek) en Tripolis trekken. Deze stad, in 1460 door de Berbers gesticht, werd de stapelplaats van de handel en telde in haar bloeitijd wel 50 000 inw. De sultan van Air wordt steeds uit de edelste stam der Toearegs, die der Irólang gekozen.