of alpac(c)a is de naam van de wol van een bepaalde lamasoort, eveneens Alpaca of Paco geheten en in halfwilde kudden in Zuid-Amerika voorkomend. De wol van lama’s werd reeds zeer lang geleden door de inheemse bevolking (Inca’s, Peru) voor de vervaardiging van kleding, zadeldekken, dekens, tenten enz. gebruikt.
Alpaka is doorgaans donkerbruin of zwart (zelden geelachtig of wit) van kleur en kan zeer lang worden (tot go cm); meestal scheert men de dieren echter vaker en is de wol 15-30 cm lang. Door de grote lengte van de wolharen leent alpaka zich goed voor de vervaardiging van kamgarens; de beschikbare hoeveelheden zijn echter gering en een belangrijk deel van de opbrengst wordt nog steeds locaal verwerkt. Een nadeel is ook, dat garens uit alpaka bijna altijd in donkere tinten geverfd moeten worden, daar zij meestal reeds van nature donker van kleur zijn. Het is niet zeker of de alpaka uit de handel altijd van de Paco afkomstig is, daar de verschillende lama-soorten wol van ongeveer dezelfde eigenschappen produceren en bovendien de wol van verschillende plaatsen van het lichaam (nek, hals, rug, buik, flanken) in lengte, fijnheid, kroezing en andere eigenschappen verschilt, zodat men nogal eens de wol van overeenkomstige lichaamsdelen van verschillende lama-soorten dooreenmengt om een homogener product te verkrijgen. Er bestaat nog meer naamsverwarring, doordat men met alpaka ook nog een speciale soort van geregenereerde wol (schapenwol) aanduidt, nl. die, welke door carboniseren uit halfwollen lompen wordt verkregen (z wol).DR A. D. J. MEEUSE.