(in 1900 geadeld), Duits admiraal (Küstrin ig Mrt 1849 - Ebenhausen, bij München, 6 Mrt 1930), kwam in 1865 als kadet in dienst bij de Pruisische Marine en onderscheidde zich reeds spoedig door zijn wetenschappelijke en organisatorische aanleg. Hij organiseerde van 1877-1888 het torpedowapen en later van 18921895 als chef staf de nieuwe eskader-indeling der keizerlijke vloot.
Ook de invoering van nieuwe gevechtsvoorschriften was zijn werk. Van i896-’g7 was hij chef staf van het Duitse eskader in Oost-Azië en het was grotendeels op zijn aandringen, dat Duitsland de marine-basis Kiautschau verwierf. In Juni 1897 werd hij benoemd tot staatssecretaris van Marine en het volgend jaar Pruisisch staatsminister. Hij wist de twee grote vlootwetten van 1898 en 1900, niettegenstaande heftige tegenstand, doorgevoerd te krijgen en hij schiep hiermede de Duitse Hochseeflotte. In 1906 werd demogelijkheid geschapen kruiser-eskaders in de verschillende werelddelen te stationneren en in 1908 voerde hij, in navolging van Engeland, het moderne slagschip (Dreadnoughttype) en de slagkruiser in, waardoor Duitsland na Engeland de grootste zeemacht ter wereld verkreeg. In de Rijksdag verdedigde von Tirpitz zijn beleid door te spreken over de „Risikogedanke”, waarbij hij poneerde, dat de Duitse vloot zo sterk moest zijn, dat het voor andere naties een groot risico betekende, het Rijk aan te vallen. Handig buitte hij de belangstelling van keizer Wilhelm II in de zeemacht uit, zodat hij een der invloedrijkste ministers werd. In 1911 werd von Tirpitz bevorderd tot Groot-Admiraal. Gedurende Wereldoorlog I pleitte von Tirpitz voortdurend voor meer activiteit van de Hochseeflotte en voor de invoering van de onbeperkte duikbootoorlog, hetgeen ten slotte leidde tot zijn aftreden in Mrt 1916. Van 1924-1928 zat hij als Duits-Nationaal in de Rijksdag. PROF. DR T. H. MILO
BibL: Erinnerungen (1919).
Lit.: A. v. Trotha, Groszadmiral von T. (1932); A. Scheibe, Alfred von T. (i934).