(Dumitru), Roemeens historicus (Jassy 23 Mrt 1847-27 Jan. 1920), promoveerde te Berlijn in de rechten (1871), daarna te Giessen in de filosofie en was sinds 1883 hoogleraar in de geschiedenis in zijn geboorteplaats. Hij trad als theoreticus op van de beweging „Junimea” (De Jeugd) (z Roemenië, taal en letterkunde) en is de eerste geweest die een groot opgezet, critisch en synthetisch beeld gaf van de geschiedenis van Roemenië.
Vooral zijn in het Frans verschenen studies over de theorie der geschiedenis maakten zijn naam in West-Europa bekend.DR MR H. VAN DEN BERGH
Bibl.: Les Roumains au moyen-âge. Une énigme historique (Paris 1885); Istoria românilor din Dacia Traianä, 6 dln (Bucuresti 1888-'93, 1925-’30; Franse vert. 2 dln, Paris 1896; Duitse vert. 2 dln, München 1897); Les Roumains (Paris 1908, voordr. a. h. Collège de France) ; Les principes fondamentales de l’histoire (Paris 1899, 2de dr.: La théorie de l’histoire, 1908, oorspr. Roem. uitg. 1895); L’histoire est-elle une Science? (1908); L’hypothèse dans l’histoire (1911).
Lit.: O. Botez, A. X. (Roem., Bucuresti 1921); N. Iorga, Roumanie, in: Histoire et historiens dep. 50 ans (Paris 1927); G. Vladesco-Rascoassa, La sociologie en Roumanie, in: Rev. int. de sociol., XXXVII (1929); F. SaveriVaranno, II problema della storia in X. (Gubbio 1934); N.
Bagdasar, Gesch. d. mod. Philos., dl V (Roem., Bucuresti 1941).
