d.i. uit Tralies, een Grieks arts, afkomstig uit Tralies in Libye (525—605). Zijn vader, zelf arts, nam met een ander geneesheer uit de stad de leiding over de opvoeding van den zoon; toen deze genoegzaam in kennis gevorderd was, zond hij hem naar Gallië, Spanje en Italië.
Hij vestigde zich te Rome en verwierf er een grote naam; het volk noemde hem: „Alexander de dokter”, waarin het wilde laten uitkomen dat het in hem niet slechts den bekwamen geneesheer, maar vooral den toegewijden arts, den model-dokter, vereerde. Zijn geschriften, zorgvuldig geordend, zijn zo klaar en nauwkeurig, dat zij met de werken van Hippocrates zijn vergeleken. Hij waagt het, Galenus aan te vallen, niet uit zin tot critiseren maar uit liefde tot de waarheid. Hij wijst o.a. op het gevaar van het gebruik van te sterke doses purgeermiddelen. Daarentegen verwijt men hem een te groot geloof in talismans en amuletten en zekere neiging naar magie, waartoe hij uit de geschriften van den beroemden Perzischen occultist Otthanes putte.Lit.: Wellmann, in Pauly-Wissowa, Real-Encycl. der class. Alt.wiss., I, kol. 1460.