of Ealdhelm (gest. Doulting 709), een Westsaksische prins, studeerde te Canterbury in de Benedictijnse school en te Malmesbury, onder aartsbisschop Theodorus en vormde later als abt deze Iro-Schotse stichting tot het beroemde wetenschappelijke kloostercentrum, waarvoor hij in 695 te Rome de exemptie verwierf; hij werd bisschop van Sherborne in 705.
Naast het Latijn bediende hij zich ook van de volkstaal voor zijn preken en maakte naam als dichter, o.a. door zijn bundel van honderd Aenigmata, de ode De Creatura, en De laudihus virginum; in proza schreef hij De laude virginitatis voor de abdis Hildelitha. Hij won het Westen van Engeland voor Canterbury en aldus voor Rome. Zijn feestdag is 25 Mei.Lit.: Vita door Faricius (12de eeuw) in de Acta Sanct. Maii, V; Opera Aldhelmi in Mon. Germ., Auct. Ant., XV (1919) en Migne, Patr. Lat. 89; G. F. Browne, Aldhelm. His Life and Times (London 1903); W. B. Wildman, Life of S. Ealdhelm (London 1905).