Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Albert i

betekenis & definitie

koning der BELGEN (Brussel 8 Apr. 1875 - Marcheles-Dames bij Namen 17 Febr. 1934), werd als tweede zoon van Philips, graaf van Vlaanderen (1837-1905), broeder van koning Leopold II, en van prinses Maria van Hohenzollern-Sigmaringen (1845-1912), eerst in 1891 troonopvolger, bij de dood van zijn ouderen broeder Boudewijn. Overeenkomstig de voor de Belgische prinsen geldende traditie ontving hij een degelijke militaire opleiding: hij volgde de lessen aan de militaire school en was verscheidene jaren in dienst als infanterie-officier.

Vervolgens bereidde hij zich tot zijn taak als vorst voor door reizen in het buitenland: Engeland, de V.S. enz. Hij ondernam eveneens een reis door Kongo in 1909, een jaar nadat deze uitgestrekte Afrikaanse staat, door Leopold II opgericht, een Belgische kolonie was geworden. Op 2 Oct. 1900 trad hij in het huwelijk met Elizabeth, hertogin van Beieren. Uit dit huwelijk zijn voortgesproten: in 1901, prins Leopold, hertog van Brabant (sedert 1934 koning Leopold III); in 1903, prins Karel, graaf van Vlaanderen (sedert 1944 prins-regent van België); in 1906, prinses Marie-José, die de echtgenote werd van kroonprins Umberto van Italië).Na het overlijden van Leopold II (17 Dec. 1909) volgde Albert hem op. Tijdens de eerste vier jaren van zijn regering wendde hij zijn invloed van constitutioneel vorst aan om de heftige politieke- en taaltwisten, die het land verdeelden, te bedaren en de nationale defensiemaatregelen aan te moedigen (1913: invoering van de algemene dienstplicht).

De schending van de Belgische neutraliteit door Duitsland stelde de morele grootheid van den koning in het licht. Voor de wetgevende kamers sprak hij op 4 Aug. 1914 een gloedvolle rede uit, die de vaderlandse energie van de natie opwekte: „Een land dat zich verdedigt dwingt de eerbied van allen af’ ’, verklaarde hij; „dat land kan niet vergaan”. Hij nam onmiddellijk het opperbevel over het leger in handen. Toen het leger er in geslaagd was de Duitsers aan de Ijzer tot stilstand te brengen, vestigde de koning zich in De Panne, bij Veurne, waar hij de ganse oorlog verbleef. Hij wijdde zich met hart en ziel aan zijn troepen, die hij herhaalde malen in de loopgraven bezocht. Hij, die om zijn houding in 1914 de Koning-Ridder werd genoemd, werd aldus de Koning-Soldaat.

Hij bleef steeds het opperbevel voeren en ofschoon hij in 1918 de consignes van Foch opvolgde, stond hij nooit nominaal onder de bevelen van den geallieerden generalissimus. Hij was de enige vorst, die in die jaren als opperbevelhebber met zijn troepen meestreed tot in de voorste linie, en het grote offensief, dat de Belgen op 28 Sept. 1918 aan de Ijzer inzetten en dat duurde tot de wapenstilstand op 11 Nov. d.a.v., stond wederom onder aanvoering van hun koning, aan wien de Franse generaal Degoutte als chef van de staf was toegevoegd. Na dit bevrijdingsoffensief werd koning Albert triomfantelijk alom in België ontvangen.

Naderhand stond hij, wegens de aard van zijn functie als constitutioneel vorst, niet meer zo op het voorste plan als tijdens de grote oorlog. Maar was zijn rol bescheidener, zij was er niet minder belangrijk om: zijn gematigdheid, doch ook zijn krachtdadigheid hadden een grote invloed op de politiek van zijn ministers. Ofschoon zeer vijandig tegenover de Vlaamse extremistische tendenzen, gaf hij herhaaldelijk blijk van zijn belangstelling in de Vlaamse cultuur. Onder zijn voornaamste publieke initiatieven dienen vermeld te worden zijn persoonlijke tussenkomst op de Vredesconferentie in 1919, ten einde gunstiger voorwaarden voor België te verkrijgen, en zijn te Seraing in 1927 ten voordele van het wetenschappelijk onderzoek uitgesproken rede, die de stoot gaf tot het oprichten van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek.

De 17de Febr. 1934 verongelukte hij tijdens de beklimming van de rotsen van Marche-les-Dames, bij Namen. De begrafenisplechtigheden waren een grootse manifestatie van de liefde, welke zijn volk hem toedroeg.

J. STENGERS

Bibl.: Een zeer volledige bibliografie over koning Albert werd bijeengebracht door M. Heyse in de Revue Beige des Livres, Documents et Archives de la Guerre, Apr.-Aug. 1935; Le Flambeau, speciaal nummer van Mrt-Apr. 1934; E. Cammaerts, Albert de Belgique (Bruxelles 1937).