Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Albatros

betekenis & definitie

is de naam van vogels, die tot de Diomedea en andere geslachten van de familie Diomedeidae behoren, een onderdeel van de orde der stormvogels.

Het grootste gedeelte van zijn leven brengt de albatros door in de lucht, met uitgestrekte, bijna bewegingloze vleugels boven de golven voortzwevend. Dit zwevende vliegen kunnen de albatrossen alleen doen, wanneer er veel wind staat; wordt de wind minder, dan moeten zij hun vleugels vaker gebruiken. Evenals meeuwen maken zij voor hun voortbeweging vaak gebruik van de luchtstromingen, die ontstaan bij in beweging zijnde stoomboten. Het voedsel van de albatros bestaat vooral uit inktvissen, die zij voornamelijk gedurende de nacht moeten vangen, daar deze dieren dan aan de oppervlakte komen. Wanneer zij zwemmen, steekt het lichaam van de albatrossen vrij ver boven het water uit. Zij kunnen moeilijk van de wateroppervlakte opvliegen, slechts na een vrij groot aantal vleugelslagen gelukt dit. Opvliegen van het land gelukt alleen, wanneer zij van een helling of klip af kunnen vliegen. Aan land komen de albatrossen gewoonlijk alleen in de broedtijd. Het nest is heel eenvoudig, gewoonlijk niets meer dan een kuiltje in de grond of is opgebouwd uit gras, aarde en veren. Slechts een enkel ei wordt gelegd, dat een witte kleur heeft met enkele roodachtige stippen op het dikke uiteinde. Alle soorten van albatrossen broeden tussen Sept. en Dec. De jongen worden wekenlang door de ouders gevoederd, zij worden zeer vet en blijven in het nest tot de donsveren door het jeugdkleed vervangen zijn. Dit laatste is bij vele soorten zeer verschillend van het verenkleed van de volwassen vogels.

De albatrossen hebben een eigenaardige verspreiding. Van de 13 bekende soorten vindt men 9 in de zuidelijke oceanen, vooral tussen 30° en 6o° Z.Br. Aan de westkust van Zuid-Amerika volgen vele soorten de koude Humboldtstroom tot in de tropen. Een soort (Diomedea irrorata) is beperkt tot de tropen: kusten van Ecuador en Peru en de Galapagos-eilanden. Drie soorten zijn beperkt tot de noordelijke gedeelten van de Pacific.

De best bekende soort van albatros is Diomedea exulans. Volwassen exemplaren van deze soort zijn wit met zwarte punten aan de vleugels, de jongen zijn bruin van kleur. De afstand tussen de punten van de uitgespreide vleugels bedraagt bij volwassen dieren tot meer dan 3 m. Deze albatros leeft in de zuidelijke oceanen, hij broedt op Tristan da Cunha, Zuid-Georgië, de Crozet-eilanden, Kerguelen en andere afgelegen eilanden. De geelsnavelige albatros (Thalassarche chlororhyncha) komt iets verder noordelijk voor dan de gewone. De broedplaatsen zijn grotendeels dezelfde als die van Diomedea exulans. Het middelste gedeelte van de rug is bij Th. chlororhyncha zwart. Dit laatste geldt ook voor Diomedea immutabilis, een soort, die in het centrale gedeelte van de Noord-Pacific voorkomt. Deze soort broedt op de Hawaii-eilanden, vooral op Laysan. Tot de albatrossen, waarvan het vederkleed in volwassen staat grotendeels bruin is, behoort de zwartvoetige albatros (Diomedea nigripes). Deze soort leeft ook in het noordelijke gedeelte van de Pacific, hij broedt op de Hawaii-eilanden en op andere groepen van eilanden in de Pacific.

< >