Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Ahasverus

betekenis & definitie

is de naam van den inwoner van Jeruzalem, die volgens de legende Jezus van zijn deur verjoeg, toen deze er bij zijn gang naar Golgotha enige ogenblikken wilde rusten. De onbarmhartige man werd veroordeeld om rusteloos te zwerven tot aan de tijd der terugkomst van den Gekruisigde.

Deze legende behoort tot de grote groep van verhalen over mensen, die langer dan de gewone levensduur zouden hebben geleefd. Een dergelijke Arabische legende vertelt van een zekeren Fadhilah. De naam van den Jood was zeer verschillend, bijv. Botadio in de Middeleeuws-Italiaanse vormen, Cartaphilus in de kroniek van Mattheus Parisiensis. De eigenlijke Ahasveruslegende leren wij het eerst kennen uit een in het Duits geschreven, in 1602 te Leiden uitgegeven volksboek. Van het geloof aan het bestaan van dien „Wandelenden Jood” hebben in de 16de en 17de eeuw vele bedriegers misbruik gemaakt. Goethe ziet in die legende de toestand beschreven van den verstandsmens, die, verstoken van het geloof aan iets hogers, twijfelend en morrend zijn levensweg bewandelt. Met meer recht beschouwen anderen Ahasverus als den vertegenwoordiger van het Joodse volk, dat zwervend zijn bestaan voortsleept. In latere tijd heeft men in hem willen zien het symbool van het humaniteitsbeginsel (Hamer ling), of van den vrijen God tartenden mens (Shelley, Richepin). De legende is herhaaldelijk in de literatuur behandeld, o.a. door Eugène Sue, Le Juif errant (1844), R. Hamerling, Ahasver in Rom (1865), A. Vermeylen, De wandelende Jood (1906), K. Meekel, Ahasverus-trilogie (1923).Lit.: Jos. J. Gielen, De wandelende Jood (1931); E- Koenig (1907); W. Zirus (1930).

< >