is een wereldbond van orthodoxe Joden. Zij werd in 1912 op de conferentie van Kattowitz, waaraan 300 gedelegeerden deelnamen, gesticht.
Van haar voornaamste leiders moeten genoemd worden Jacob Rosenheim, Nathan Birnbaum en Dr Isaac Breuer. Zij streeft er naar, alle wetgetrouwe Joden te verenigen rondom de thora, kern en zin van het Jodendom. Ook al het practische werk, dat zij verrichten wil, moet in overeenstemming zijn met de beginselen van de thora. Vooral wijdt zij zich aan de bevordering van de thorastudie en aan het opbouwen van een thoratrouwe gemeenschap in Palestina (EretsJisraël). Men heeft haar wel eens verweten, dat zij de zgn. „Trennungsorthodoxie”, dat is de neiging der zeer orthodoxen om uit de officiële gemeenten uit te treden en zelf kleine te stichten, bevordert. Zij heeft in 1923 te Wenen haar Kenessijo gedaulo (grote vergadering) gehouden. Deze werd op democratische wijze gekozen en moest in het vervolg om de vijf jaar plaats vinden. Zij wordt bestuurd door een centrale raad van honderd gekozenen, die jaarlijks vergaderen. Boven deze raad staat de Ma'atsat-chachmé-hatora (rabbijnenraad), die als deskundige het recht van veto heeft. In de afzonderlijke landen heeft de Agoedas-Jisroël onderafdelingen, die, al naar het land van hun inwoning, het recht hebben hun statuten te bepalen. Een van de gewichtigste gevolgen van de eerste Kenessijo gedaulo was de stichting van godsdienstscholen voor meisjes, een inrichting, die het traditioneel Jodendom vroeger nooit kende. In 1925 werd te Lodz de „Poale Zion” opgericht, een arbeidersvereniging in de geest van de thora-getrouwe Agoedas-Jisroël; zij staat onder leiding van Mintz, in Palestina. Op 18 Juli 1946 hield de „Poale Zion” een wereldcongres te Antwerpen. De Agoedas-Jisroël onderhoudt een net van Talmoedscholen in Amerika en in Palestina, en sedert 1945, weer in Polen. In Amerika heeft zij drie koloniën opgericht. Gedurende de Wereldoorlog II heeft de Agoedas-Jisroël in grote mate tot redding van Europese Joden bijgedragen. Hoofdorgaan is „Orthodox Tribune”, die te New York wordt uitgegeven. In de Palestina-politiek streeft de Agoedas-Jisroël ernaar, rechtstreeks met Washington en London te onderhandelen, onafhankelijk van het officiële Zionisme. Omstreeks 1927 beheerste zij de meerderheid van de Poolse Joodse Gemeenten. Door de Duitse massa-uitmoording heeft zij vele aanhangers verloren doch, door tegenspoed terug naar de Thora gedreven, werden vele duizenden aanhangers van de Agoedas-Jisroël. Thans staat zij onder leiding van Rosenheim te New York, ofschoon het centrum der beweging in Palestina te vinden is.Bibl.: J. Elbogen, A Century of Jewish Life (Philadelphia 1945), 538 blz., U.J.E.I. 128.