of Aggaeus, Nederlands staatsman (± 1530 - Keulen tussen Mrt 1586 en Sept. 1588), uit een aanzienlijk Fries geslacht, studeerde te Bourges in de rechten. Gehuwd met een broedersdochter van Viglius ab Aytta werd hij weldra lid van het Hof van Friesland (1553).
In 1559 werd hij assessor in het Rijkskamergerecht te Spiers, maar legde in 1570 die betrekking neer, omdat hij wegens zijn Hervormde gevoelens door de Jezuïeten vervolgd werd. Toch was hij vervolgens raadsman van den bisschop van Würzburg en woonde veelal te Keulen. Waarschijnlijk hierom vertegenwoordigde hij de Staten-Generaal in de Westfaalse Kreits en werd hij met Busko Aytta afgevaardigde der Staten-Generaal bij de vredesonderhandelingen te Keulen in 1579. Van deze mislukte, maar zeer belangrijke onderhandelingen, waarbij ook de keizer betrokken was en waarin hij een vooraanstaande rol speelde, heeft hij in opdracht van de Staten-Generaal een rapport geleverd. Daarna bleef hij te Keulen wonen en bedankte voor allerlei eervolle zendingen hem opgedragen. Hij behoorde tot de aanhangers van Schwenckfeld. Deze godsdienstige overtuiging, staande tussen Rooms-Katholicisme en Protestantisme en vooral gericht op het zedelijke, met afkeer van al het leerstellige, deed hem een teruggetrokken leven leiden.Bibl.: Acten van den vredehandel, gheschiet te Colen... in ’t jaar 579» overgheset in de Neder-duytsche spraecke, Antwerpen 1580; oorspr. in ’t latijn: Acta pacificationis (Antwerpen i58o);Briefe des Aggaeus de Albada an Rembertus Ackema u. andere aus den Jahren 1579-1584, uitg. Friesch Genootschap, Leeuwarden 1874.
Lit.: De Vrije Fries, IV, V; Kroniek Hist. Gen. XI, 154 v.; Hist. Taschenbuch 1876, 218 v.; Sepp, Drie evangeliedienaren uit den tijd der hervorming, 123 v.