Grieks woord, dat tijdruimte van lange duur, eeuw, wereldperiode, eeuwigheid betekent, en vooral in het meervoud aeonen, wordt gebruikt en dan soms de betekenis van (rijk der) geesten bezit. Volgens enkele scholen der Gnostieken is Aeon het oorspronkelijke goddelijke wezen, duidt tevens de geestelijke wezens (Aeonen) aan, die uit hem zijn voortgevloeid (geëmaneerd) en die de bemiddelaars en bestuurders zijn der verschillende wereldperioden, der schepping, ontwikkeling en verlossing van het heelal.
Hun goddelijke kracht neemt af naarmate zij verder van de Godheid staan; de schepper van de wereld is een der laagst staande, de verlosser een der hoogst staande aeonen.