Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Adrien Henri GERHARD

betekenis & definitie

Nederlands socialistisch voorman (Lausanne 7 Apr. 1858 Bakkum 3 Juli 1948), werd na opleiding aan de Rijksnormaalschool in 1876 onderwijzer te Amsterdam, waar hij in 1882 benoemd werd tot hoofd ener school. Mede onder invloed van zijn vader was Gerhard reeds op jeugdige leeftijd een militant socialist.

In 1883 werd hij lid van de vrijdenkersvereniging „De Dageraad”. In 1894 was Gerhard betrokken bij de oprichting van de S.D.A.P. Hij ondertekende het „manifest der twaalf” en trad in 1897 als lid toe. Zijn politieke werkzaamheden leidden tot het lidmaatschap van de Tweede Kamer, van 1913 tot 1931, tot lid van de Prov.

Staten van Noordholland van 1913 tot 1935 en tot lid van Gedep. Staten van 1916 tot 1935. Behalve als redacteur van het maandblad „De Dageraad” (1883-1898) en van de „Vrije Gedachte” (1899-1902) leidde zijn activiteit op paedagogisch gebied tot het lidmaatschap van de redactie van „Volksontwikkeling” (1919 tot zijn overlijden) en van „Gezin en School” (1926-1934). Meer dan vijftig jaar was hij voorzitter van de Wezenkas, een vereniging tot opvoeding van wezen en halfwezen, op de grondslag „Opvoeding zonder geloofsdogma”.

Gerhard was de meest vooraanstaande vertegenwoordiger van een opvoedkunde, die zich grondt op het autonome zedelijke bewustzijn.Biogr. : De School, de onderwijzer en de maatschappij (Amsterdam 1892); Vroomheid (Amsterdam 1924); Een sociaal sprookje (Amsterdam 41926) ; Vrije gedachte en Moraal (Amsterdam 1934) ; verder vele artt. in ,,De Dageraad”, ,,Volksontwikkeling” en de ,,Socialistische Gids”.

< >