baron, Belgisch Poolreiziger (Hasselt 22 Aug. 1866 Brussel 4 Dec. 1934), nam ontslag als marineofficier om dank zij een zeer bescheiden fonds, ingezameld door de Société Belge de Géographie, een expeditie naar de Zuidpool in te richten aan boord van de Noorse driemaster „Patria” (214 ton), die hij de naam Belgica gaf.
Onder zijn luitenants bevonden zich F. A. Cook en R. Amundsen.
De expeditie vertrok te Antwerpen op 14 Aug. 1897. Zij slaagde er in, een vast observatiestation op te richten in de Zuidpoolstreek, 10° ten Z. der tot dan toe meest vooruitgeschoven, overigens zeer ontoereikende posten. Het doel van de Gerlache was echter niet zo ver mogelijk naar het Zuiden door te dringen, maar een onbekende streek wetenschappelijk te bestuderen. Na de ontdekking van de grote zee-engte, die thans de naam de Gerlache draagt, van verschillende eilanden en bergen, constateerde de expeditie het bestaan van een plateau, dat op zijn beurt de aanwezigheid van een groot antarctisch continent bewees.
De medewerkers van de Gerlache slaagden er in, met betrekking tot het aardmagnetisme curven vast te stellen, die tot dan toe slechts hypothetisch waren. Zij verzamelden eveneens belangrijke gegevens betreffende het landijs, de geologie, de meteorologie, de zee- en landfauna, de flora en de menselijke physiologie.
De Belgica viel de eer te beurt, in de loop van een nacht van 1600 uren, de poolcirkel te overschrijden en de eerste antarctische overwintering te volbrengen. Na een verblijf van 13 maanden in het pakijs keerde de Belgica op 5 Nov. 1899 te Antwerpen terug. Twee leden van de expeditie waren overleden, maar de expeditie bracht talrijke ter plaatse opgenomen monsters mede en een aanzienlijk cartografisch materiaal.
A. DE BURBURE
Bibl.: Voyage de la „Belgica”. Quinze mois dans l’Antarctique (Paris Bruxelles 1902).
Lit.: Charles Pergameni, A. d. G„ pionnier maritime (1935, met voorw. door J. B. Charcot).
Verder de reeks wetensch. verslagen, uitgeg. onder leiding van de commissie van de „Belgica”.