Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Adrianus

betekenis & definitie

of Hadrianus, Heilige, martelaar voor het geloof in Christus, te Nicomedië in de vervolging van Galerius (begin 4de eeuw). Volgens de martelaarsacten was hij overste van een afdeling soldaten, die bij het zien der standvastigheid van drie en twintig christenen, welke hij naar de martelplaats moest brengen, zich als een der hunnen bij hen aansloot.

Men vermorzelde met een ijzeren stang zijn benen op een aanbeeld, sloeg hem de hand af en onthoofdde hem ten slotte. Zijn lichaam werd later naar Byzantium overgebracht en van daar naar Rome, waar men de voormalige kurie van de Romeinse senaat in een kerk te zijner ere veranderde. Sinds 1130 drong de verering tot hem door in het N.O. van Frankrijk, Picardië, Normandië en de Nederlanden, waar hij in de 14de en volgende eeuwen als schutspatroon tegen een plotselinge dood vereerd werd. Uiteraard was hij de patroon van soldaten en ridders en, wegens het aanbeeld, der smeden. Sinds het einde der 14de eeuw wordt hij onder het getal der zgn. Pestheiligen (welke men bij tijde van epidemieën aanriep) gerangschikt. Op zijn leven en marteldood werd in de late Middeleeuwen een „Mystère de Saint-Adrien” gespeeld. Zijn gewone attributen zijn: zwaard, martelpalm, aanbeeld en minder vaak sleutel. Meestal is hij in een dracht gehuld, welke, naar men in de Middeleeuwen veronderstelde, de Romeinse soldaten droegen; soms steekt hij in de wapenrusting van een Middeleeuws ridder. De sleutel heeft hij in de hand, omdat latere legenden van hem een gevangenbewaarder gemaakt hebben; vandaar werd hij patroon der cipiers. Een der oudste voorstellingen vertoont het Sacramentanum van Freising uit de 11de eeuw: hij staat daar in biddende houding, zonder attribuut.

Uit het begin der 14de eeuw dateert zijn zilveren reliekschrijn in de kathedraal van Tours: een borststuk. We ontmoeten hem veel in de Nederlandse kunst. Zo in Noord-Limburgse beelden uit het eind der 15de eeuw. In ridderharnas, vergezeld van een aanbeeld, schildert Hans Memling den heilige (Engelse partic. verzameling), zo verschijnt hij eveneens in het door Zuidnederlandse handen verluchte Brevarium Grimani (ca 1500).

In middeleeuwse ridderkledij, schoon minder zwaar geharnast, komt hij voor op Rijnse altaarpanelen uit de tweede helft der 15de eeuw, bij den Meester der Lucia-legende en op een venster in de Munsterkerk te Bern (begin der 16de eeuw). Daar heeft hij, waarschijnlijk als symbool van zijn standvastigheid, een leeuw aan zijn voeten, gelijk dit ook het geval is op een vroeg i6de-eeuwse Nederlandse houtsnede (Brussel, Koninkl. Bibliotheek). Op een paneel uit ongeveer 1575 in de Mariakerk te Lübeck toont hij zijn afgehouwen hand. Een enkele maal houdt hij de bijl vast, waarmee de hand werd afgeslagen: altaarvleugel in het Prov. Museum van Hannover (ca 1525). Minder vaak ontmoet men zijn beeltenis in de kunst der Renaissance; Domenichino schildert hem in de abdijkerk van Grottaferrata met zijn gemalin Natalia. Uit het Vlaamse Barok zijn enkele anonyme schilderingen, gravuren en een vrij groot aantal devotieprentjes bekend, met St Adrianus in Romeinse soldatendracht. Feestdag 8 Sept.