is een eiland, behorend tot de onderafdeling Oost-Flores en Soloreilanden van de residentie Timor en Onderhorigheden. Het is één der drie eilanden (Adonara, Lomblèn en Solor) welke gezamenlijk Soloreilanden worden genoemd en een deel uitmaken van de Kleine Soendaeilanden.
In het Z.O. van dit eiland, dat ongeveer 500 km2 groot is, verheft zich de vulkaan Ili (berg) Bolèng (1659 m), welke nog vulkanische werking vertoont. Overigens doen zich nergens vulkanische verschijnselen voor en heeft men te maken met heuvelland, een enkele hoogvlakte en laag bergland. Adonara is het welvarendste eiland der Solorgroep. Maïs, tabak en rijst worden veel aangeplant, terwijl cocospalmen vrijwel overal voorkomen. Door de nachtelijke dauw kan in vele streken ook in de droge tijd worden geplant. De rijkdom der bevolking wordt hoofdzakelijk gevormd door olifantstanden, doeken, gouden krissen en sieraden.Het eiland is verdeeld in twee landschappen nl. Adonara en Larantoeka. Het laatstgenoemd gebied omvat het westelijk gedeelte en een stuk van Zuid -Midden-Adonara.
De bevolking telde in 1930: 36 906 zielen, o.w. 10 Europeanen en 64 Chinezen. De inheemsen zijn meest heidenen, verder treft men enige duizenden Christenen (R.K.) en Mohammedanen aan. De laatstgenoemden vooral in de kustkampongs, waaronder zich de hoofdplaats Waèwérang bevindt. Goede wegen doorkruisen in verschillende richtingen het eiland.
Lit.: E. Vatter, Ata Kiwan (1932); P. S. V. D. Arndt, Soziale Verhältnisse auf Ost-Flores, Adonara und Solor (Ethnologische Anthropos-Bibliothek, Bd. 4, H. 2 1941).
