is te vertalen door „mijn Heer”; in hoofdzaak wordt het gebezigd voor „God”. Om de heilige naam van Jahwe niet uit te spreken, lezen de Joden op de plaatsen, waar deze in het Oude Testament voorkomt, steeds Adonai.
De Staten-vertaling handhaaft terecht het verschil tussen „Heere” (Adonai, een betiteling) en „HEERE” (Jahwe, de eigennaam van Israels God). Zie Baal, dat oorspronkelijk een soortnaam was („heer, eigenaar”) en later ook tot eigennaam werd.PROF. DR G. J. THIERRY