Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Administratiekantoren

betekenis & definitie

spelen reeds langer dan een eeuw een belangrijke rol bij de uitgifte van en de handel in effecten. Zij vormen een typisch Nederlandse instelling, die echter op bepaalde punten overeenkomst vertoont met de trust-companies in Angelsaksische landen.

Zij komen vaak voor in combinatie met een trustkantoor. Hun voornaamste functies bestaan dan ook enerzijds in het tot stand brengen van effectensubstitutie, d.w.z. het uitgeven van certificaten tegenover bij hen gedeponeerde effecten, terwijl zij anderzijds optreden als „trustee”. Sedert enige jaren worden zij naar gelang hun hoofdbedrijf onderscheiden in administratiekantoren (in engere zin), kantoren, die zich speciaal bezighouden met het bewaren van effectendepots en trustkantoren, die optreden als „trustee” bij geldleningen. Met de uitgifte van certificaten houden zich in Nederland thans ongeveer 75 administratiekantoren bezig. Deze certificaten (Lat. certum facere) zijn aan toonder luidende effecten, die in den regel ter beurze verhandelbaar zijn, en voornamelijk zijn uitgegeven om de handel in effecten te vergemakkelijken. Dit kan op verschillende manieren geschieden. Zo werden in het jaar 1809 in Nederland de eerste administratiekantoren opgericht met het doel, de talloze formaliteiten, verbonden aan de overdracht of het innen van rente bij de inschrijvingen in de Grootboeken der Nationale Schuld, te verlichten. Administratiekantoren kregen toestemming een belangrijk bedrag aan inschrijvingen op hun naam te doen stellen, waartegen zij certificaten aan toonder in coupures van ƒ 1000,— tot ƒ 100,— mochten uitgeven, welke zonder enige formaliteit overgedragen kunnen worden. Alleen de stukken van ƒ 1000,— zijn ter beurze genoteerd.De belangrijkste groep ontstond in de tweede helft van de vorige eeuw bij de introductie van een groot aantal Amerikaanse waarden, speciaal spoorwegfondsen. In den regel staan deze stukken op naam, hetgeen formaliteiten bij overdracht en extra risico’s bij dividenduitkering medebrengt. Bovendien worden zij vaak verhandeld in voor Nederland ongebruikelijke coupures. Administratiekantoren gaven nu certificaten voor 5, 10 of meer originele aandelen af, welke ten name van het kantoor werden geregistreerd. Op soortgelijke wijze worden ook tegenover Nederlandse aandelen, welke op naam luiden, dikwijls certificaten uitgegeven. Soms geschiedt dit om de verhandelbaarheid te bevorderen, wanneer het aandeel zeer hoog noteert en de certificaten in kleinere coupures luiden. Doch ook kan de bedoeling vooropstaan, ter vermijding van vreemde invloed, het stemrecht in één hand te houden, in welk geval het stemrechtloze certificaat in afwijking van de regel niet te allen tijde verwisselbaar zal zijn in het originele aandeel.

Het administratiekantoor vindt zijn beloning voor de verrichte diensten door bij de afgifte der certificaten van ½ tot 2 pct van de waarde als aanmaakkosten te rekenen. Worden omgekeerd certificaten tegen de originele stukken omgewisseld, dan wordt een gelijk bedrag als royementskosten in rekening gebracht.

Bovendien wordt bij het verzilveren der uitkeringsbewijzen en talon, waarvan de certificaten zijn voorzien, gewoonlijk 1 pct provisie afgehouden van interest of dividend, dat door het administratiekantoor op de originele stukken is ontvangen. Bij zeer eenvoudige administraties, zoals bijv. bij de certificaten Grootboekinschrijving, vormt deze provisie de enige beloning.

Terwijl men aanvankelijk de stukken, uitgegeven tegenover verschillende, tot een „gemeenschappelijk kapitaal” bijeengevoegde fondsen, ook certificaten noemde, werd hiervoor later de naam van depotfractiebewijzen aanvaard. Het zijn ongeveer 50 administratiekantoren, die zich voornamelijk met het bewaren en administreren van dergelijke effectendepots belasten. Zij doen dit op grond van een overeenkomst met een bankier of een beleggingsmaatschappij, die het initiatief tot de samenstelling van het depot en de uitgifte der depotfractiebewijzen heeft genomen en daarbij als beheerder optreedt.

De derde groep administratiekantoren, die speciaal als trustkantoren fungeren en wel in het bijzonder bij de uitgifte van obligatieleningen onder trustverband, telt circa 80 instellingen. Deze hebben tot taak de belangen der gezamenlijke schuldeisers tegenover hun debiteur te behartigen en zonodig voor hun rechten op te komen. Bij de uitgifte van obligatieleningen, waarbij als extra zekerheid voor de houders op de onroerende goederen van den debiteur hypotheek is verleend, wordt gewoonlijk van de diensten van een trustkantoor gebruik gemaakt. Overigens is in het algemeen de figuur van „trustee” bij geldleningen in Nederland nooit populair geworden, omdat men er ten onrechte wel een bescherming van den schuldenaar in ziet. Om deze twijfel weg te nemen en den obligatiehouder een daadwerkelijke bescherming te verlenen, is de invoering van een wettelijk verplicht trustverband bij alle in het openbaar aangeboden obligatieleningen meermalen bepleit.

Het administratiekantoor is een N.V.; het kapitaal is gewoonlijk klein, daar er geen grote risico’s aan zijn verbonden en de behoefte aan werkkapitaal gering is. Van meer belang zijn de relaties en de „standing”; oudere instellingen voegden daarom aan hun naam toe „opgericht door”.

DR F. PH. GROENEVELD

Lit.: Mr O. B. W. de Kat, Effectenbeheer, 3e dr. (1932); Mr W. M. J. van Lutterveld, Effecten (1933) J Mr J. J. Polderman, Effecten en Effectenhandel (1935).

< >